Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,
de vennootschap onder firma Familie [appellanten] , h.o.d.n. De Gouden Karper,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een hoger beroep over onbetaalde facturen van Accountantskantoor Dijksterhuis en Uil B.V. door de vennootschap onder firma De Gouden Karper en haar voormalige vennoten. De zaak is ontstaan na een eerdere uitspraak van de kantonrechter in Groningen op 31 mei 2016. De appellanten, bestaande uit [appellant] en [appellante], hebben in hoger beroep verweer gevoerd tegen de vordering van Dijksterhuis, waarbij zij stelden dat de facturen al betaald waren. Het hof heeft in een tussenarrest van 11 september 2018 de eerste drie verweren van de appellanten verworpen en hen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het vierde verweer, dat betrekking had op de betaling van de facturen.
Tijdens de procedure heeft [appellant] het hof geïnformeerd over het overlijden van [appellante] in de zomer van 2017 en verzocht om de procedure te beëindigen. Het hof heeft echter vastgesteld dat de procedure op naam van [appellante] is voortgezet, ondanks het verzoek om schorsing. Het hof heeft ook overwogen dat de vennootschap onder firma geen rechtspersoonlijkheid heeft en dat de voormalige vennoten de procespartij zijn.
Na beoordeling van het verweer van de appellanten, heeft het hof geconcludeerd dat de stelling dat alle facturen al zijn betaald, niet is onderbouwd met voldoende bewijs. De betalingen die zijn gedaan, zijn in het kader van een betalingsregeling voor meerdere vorderingen en kunnen niet uitsluitend aan de vordering van Dijksterhuis worden toegerekend. Het hof heeft uiteindelijk het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en de appellanten hoofdelijk veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, inclusief nakosten en wettelijke rente. Het arrest is uitgesproken op 20 november 2018.