Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen op 11 april 2017;
- het verweerschrift.
3.De omvang van het geschil
4.De motivering van de beslissing
Tussen partijen is niet in geschil dat zij op 28 juli 1989 te [buitenlandse stad] , [Buitenland] , met elkaar gehuwd. Bij de stukken van het geding ontbreekt evenwel een afschrift of uittreksel van de huwelijksakte, als voorgeschreven. Ter onderbouwing van haar stelling dat partijen zijn gehuwd, heeft de vrouw een afschrift van enkele pagina’s van het eerste gehoor bij de IND overgelegd. Ter mondelinge behandeling in hoger beroep heeft de vrouw voorts een verklaring onder ede van de gemeente [plaats] overgelegd waaruit het huwelijk van partijen blijkt. Onder deze omstandigheden is het hof van oordeel dat - gelet op artikel 815 lid 6 Rv - het bestaan van het huwelijk tussen partijen hiermee voldoende is aangetoond.