Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [verzoekster], die geboren is in 2000. De ouders van [verzoekster] zijn gezamenlijk belast met het gezag over haar. Sinds 2014 is er hulpverlening betrokken bij [verzoekster] vanwege ernstige gedragsproblemen, wat heeft geleid tot meerdere beschermingsmaatregelen, waaronder uithuisplaatsingen. De kinderrechter heeft eerder een ondertoezichtstelling en machtigingen voor gesloten jeugdhulp verleend. De GI, Stichting Samen Veilig Midden-Nederland, heeft een verzoek ingediend voor een nieuwe machtiging gesloten jeugdhulp, maar [verzoekster] verzet zich hiertegen en vraagt om de bestreden beschikking te vernietigen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 25 oktober 2017 is [verzoekster] in persoon verschenen, bijgestaan door haar advocaat, mr. J.M.M. Pater. De GI heeft verweer gevoerd en de noodzaak van een gesloten plaatsing benadrukt, gezien de eerdere mislukte pogingen in een open setting. Het hof heeft de zorgen van de GI erkend, maar ook de noodzaak gezien om de plannen van [verzoekster] voor een kamertraining en therapie serieus te nemen. Het hof heeft geconcludeerd dat een gesloten plaatsing op langere termijn niet zinvol is, vooral omdat [verzoekster] binnenkort 18 jaar wordt en de hulpverlening in gedwongen kader dan eindigt.
Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd met ingang van 19 november 2017 en het verzoek van de GI tot het verlenen van een machtiging tot gesloten jeugdzorg afgewezen. Het hof heeft de GI opgedragen om [verzoekster] aan te melden voor een kamertraining en de noodzakelijke therapieën in gang te zetten, met de nadruk dat dit de laatste kans is voor [verzoekster] en haar ouders om aan oplossingen te werken voor de ontwikkelingsbedreigingen.