In 2014 hebben onder meer de volgende voortgangs- en funtioneringsgesprekken plaatsgevonden:
-
5 juni 2014(tussen [verzoeker] en zijn leidinggevende [leidinggevende] ):
“ [verzoeker] heeft gereageerd op een vacature voor [vacature/functie 1] . Met de leidinggevende heeft [verzoeker] een positief gesprek gehad en 17 juni heeft hij een kennismakingsgesprek met 2 toekomstige collega’s daar. Als dat goed gaat kan [verzoeker] per
1 aug. 2014 voor twee dagen in de week daar aan de slag.
BEOORDELING
D (onvoldoende).
[verzoeker] staat 670 uur onderpland. Dat is 45% van zijn normjaartaak. Hij verricht geen werk als adviseur voor het kennisteam taal/lezen.
Het werk dat hij uitvoert voor het onderwijs aan zieke kinderen verloopt prima.
We spreken af dat we in september 2014 nogmaals een beoordelingsgesprek hebben.”
-
17 juli 2014(tussen [verzoeker] , [leidinggevende] en [persoon 3] ):
“Reden voor dit gesprek is, dat in de in het directieoverleg opgestelde vlootschouw [verzoeker] is genoemd. De vlootschouw houdt in dat van alle medewerkers bij de [verweerster] , de beste, meest veelbelovende medewerkers benoemd zijn en de minst presterende medewerkers. [verzoeker] staat op de lijst van de minst presterende medewerkers.
(…) De reden dat [verzoeker] op deze lijst voorkomt is dat hij onvoldoende declarabel is. Onvoldoende declarabele medewerkers zijn zeker in de huidige situatie een probleem voor de [verweerster] . In de vlootschouw zijn die medewerkers opgenomen waarbij zorg is of de declarabele uren voldoende ingevuld kunnen worden. In een eerder gesprek tussen [leidinggevende] en [verzoeker] heeft dit al geleid tot een onvoldoende beoordeling, een vervolgafspraak op 17-09 en afspraken over te ondernemen acties. Naast die gesprekken en afspraken komt dit gesprek.
[leidinggevende] en [persoon 3] vragen [verzoeker] de komende zomerperiode na te denken over mogelijkheden die hij ziet, naast de inhoudelijke acties en mogelijkheden, om zijn declarabiliteit te verbeteren. [persoon 3] licht toe waar aan gedacht wordt. Wellicht kan [verzoeker] deels met pensioen of een lagere omvang van de arbeidsovereenkomst overeenkomen?"
-
18 september 2014(tussen [verzoeker] en [leidinggevende] ):
“In het gesprek van 5 juni 2014 is afgesproken dat we op 18 september 2014 nogmaals een beoordelingsgesprek zouden voeren. Voor de zomervakantie leek het er namelijk op dat [verzoeker] voor een deel gedetacheerd had kunnen worden [vacature/functie 1] . Deze aanstelling is niet doorgegaan.
Dat betekent dat [verzoeker] nog steeds zwaar onderpland is. (…)
[leidinggevende] blijft hierdoor bij de constatering dat [verzoeker] een onvoldoende beoordeling heeft gekregen in juni 2014. Op dit moment functioneert [verzoeker] nog steeds onvoldoende, omdat zijn declarabiliteit onvoldoende is."
-
5 november 2014(tussen [verzoeker] , [leidinggevende] en [persoon 3] ):
“ [verzoeker] heeft onvoldoende opdrachten om zijn uren te vullen met declarabele werkzaamheden. Hij vertelt dat hij bij een samenwerkingsverband heeft aangegeven dat [verweerster] wellicht werkzaamheden van hen kan overnemen die zij nu zelf uitvoeren. Men zou hier over nadenken. Hier is verder geen reactie meer op ontvangen.
Op de vraag van [leidinggevende] en [persoon 3] of hij hierover dan niet eens zou bellen, vraagt [verzoeker] af of hij daarvoor de aangewezen persoon is, omdat hij het al eens ter sprake heeft gebracht. [leidinggevende] reageert dat hij daardoor juist de aangewezen persoon is. Dat hij daarmee die opdracht binnen zou kunnen halen. Zeker nu de [verweerster] van haar adviseurs verwacht dat zij verantwoordelijk zijn voor hun eigen acquisitie en daarmee deels hun eigen werk binnenhalen, is dit een goede kans.”