Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, had in eerste aanleg bij de rechtbank Midden-Nederland de verplichting gekregen om € 200,- per maand bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn kind, [kind 1]. De man is met één grief in hoger beroep gekomen en verzocht de bestreden beschikking te vernietigen en een lagere bijdrage vast te stellen. De vrouw, verweerster in hoger beroep, heeft verweer gevoerd en verzocht het beroep van de man ongegrond te verklaren.
Het hof heeft vastgesteld dat de man, die financiële en persoonlijke problemen ondervindt, niet verwijtbaar arbeidsongeschikt is geraakt. Het hof heeft de behoefte van [kind 1] vastgesteld op € 450,- per maand, gebaseerd op de inkomens van beide ouders. De draagkracht van de man is beoordeeld aan de hand van de richtlijnen van de Expertgroep Alimentatienormen, waarbij is geconcludeerd dat de man een minimale bijdrage van € 16,67 per maand kan betalen. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en bepaald dat de man met ingang van 1 september 2016 € 16,67 per maand aan de vrouw moet betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1]. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.