In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, een 39-jarige man uit Bunschoten, was eerder veroordeeld voor bedreiging met een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) en had een taakstraf van 120 uren opgelegd gekregen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de straf verhoogd naar een maximale werkstraf van 240 uren. De zaak kwam aan het hof na een zitting op 27 oktober 2017, waar de advocaat-generaal had gepleit voor bevestiging van het eerdere vonnis. De verdachte had hoger beroep ingesteld, waarbij zijn raadsman betoogde dat de verklaringen van de getuigen onvoldoende bewijs boden voor de veroordeling. Het hof oordeelde echter dat de getuigenverklaringen betrouwbaar waren en dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de bedreiging. Het hof verwierp ook het beroep op noodweer, omdat het tonen van een vuurwapen (gelijkend voorwerp) niet in verhouding stond tot de duw die de aangever had gegeven. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht.