Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente De Marne(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de WOZ-waarde van een woning aan de [a-straat] 4 te [Z] is vastgesteld op € 175.000 per waardepeildatum 1 januari 2013. De heffingsambtenaar van de gemeente De Marne had deze waarde vastgesteld op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Belanghebbende was het niet eens met deze waardebepaling en had bezwaar aangetekend, maar de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. In hoger beroep stelde belanghebbende dat de waarde te hoog was en bepleitte een waarde van € 155.000, onder verwijzing naar scheurvorming en andere gebreken aan de woning. De heffingsambtenaar verdedigde de vastgestelde waarde en voerde aan dat de taxatie voldoende onderbouwd was met vergelijkingsobjecten.
Tijdens de zitting op 10 oktober 2017 werd de zaak behandeld. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar in zijn bewijsvoering geslaagd was. De vergelijkingsobjecten waren voldoende vergelijkbaar en de waarde was op een adequate manier vastgesteld, rekening houdend met de staat van onderhoud en andere relevante factoren. Het Hof concludeerde dat de door belanghebbende aangevoerde argumenten niet voldoende waren om de vastgestelde waarde te betwisten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep werd ongegrond verklaard. De proceskosten werden niet toegewezen.