Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Doetinchem(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] [Z] (hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 26 september 2016, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde en de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Doetinchem (hierna: de Inspecteur) veroordeelde tot vergoeding van proceskosten en griffierecht. De zaak betreft een naheffingsaanslag omzetbelasting die aan belanghebbende is opgelegd over het tijdvak van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012. Belanghebbende exploiteert een kinderopvangcentrum en heeft in 2010 een nieuw centrum gebouwd, dat in februari 2012 in gebruik is genomen. De ingebruikneming leidde tot een integratielevering, waarvoor belanghebbende omzetbelasting heeft aangegeven. De Inspecteur heeft echter een boekenonderzoek ingesteld en een naheffingsaanslag opgelegd, waarbij hij de grondslag voor de integratielevering baseerde op de totale bouwkosten en de waarde van de ondergrond, in plaats van de WOZ-waarde die belanghebbende voorstelde. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de WOZ-waarde kan dienen als grondslag voor de integratielevering. Het Hof oordeelt dat de WOZ-waarde niet kan worden gebruikt als maatstaf voor de heffing van omzetbelasting, en bevestigt daarmee de uitspraak van de rechtbank. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten toegekend.