Het horen als getuige van medeverdachten [medeverdachte A] en [medeverdachte B] . De verdediging betwist de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte A] en [medeverdachte B] , terwijl de rechtbank de verklaringen heeft gebruikt voor het bewijs. Thans doet zich de vraag voor of de getuigen zich nog kunnen beroepen op hun verschoningsrecht en de verdediging wenst de getuigen te kunnen ondervragen.
Het doen van een reconstructie aan de hand van de verklaring van [medeverdachte A] . De verdediging meent dat door middel van een reconstructie kan worden onderzocht of de verklaring van [medeverdachte A] juist kan zijn, zodat kan worden ingeschat hoe betrouwbaar en geloofwaardig zijn verklaringen zijn. Volgens de verdediging is er geen letsel geconstateerd dat kan passen bij de verklaring van [medeverdachte A] . Indien de verklaring van [medeverdachte A] juist zou zijn, zou meer en ander letsel moeten zijn geconstateerd.
Het laten opmaken van een aanvullende deskundigenrapportage met betrekking tot letsel E, waarbij de vraag dient te worden beantwoord hoe waarschijnlijk het is dat letsel E is toegebracht door hakkende bewegingen met een bijl, alsmede of het waarschijnlijker is dat letsel E is toegebracht met een mes dan wel met een bijl.
Nader onderzoek naar de verklaring van [getuige X] met betrekking tot de wijze van waarneming (via camerabeelden) en de totstandkoming van haar verklaring.
De verdediging heeft het verzoek tot nader onderzoek naar het bloedspatpatroon op de muren van de slaapkamer ter terechtzitting ingetrokken.
Nader onderzoek naar het bloedspatpatroon op de bedpoot en tafelpoot. De verdediging wenst de vraag beantwoord te zien wat de meest waarschijnlijke oorzaak is van het bloedspatpatroon op bedpoot en tafelpoot en welke positie het slachtoffer had ten tijde van het ontstaan van het patroon. De uitkomst van dit onderzoek is van belang nu de rechtbank overweegt dat er geen bewijsmiddelen zijn die duiden op meer daders dan verdachte.
Nader onderzoek naar het bloedspatpatroon op de G-star jas, zowel op bronniveau als op activiteitenniveau. Volgens de verdediging kan nader onderzoek uitwijzen of de jas gedragen werd op het moment van het toebrengen van het letsel.
Toewijzing van het verzoek tot het horen van [medeverdachte A] en [medeverdachte B] .
Afwijzing van het verzoek tot het laten plaatsvinden van een reconstructie. Gelet op de verklaringen van [medeverdachte A] en verdachte ziet de advocaat-generaal niet in wat een reconstructie kan opleveren voor de beantwoording van de vragen 348 en 350 Sv.
Afwijzing van het verzoek tot het laten opmaken van een aanvullend deskundigenrapport omtrent letsel E. Nader onderzoek is niet noodzakelijk.
Afwijzing van het verzoek om nader onderzoek naar de verklaring van [getuige X] , wegens ontbreken van noodzaak hiertoe.
Het verzoek is niet gehandhaafd.
Afwijzing van het verzoek tot nader onderzoek naar het bloedspatpatroon op de bedpoot en tafelpoot. De bloedspatten zijn op verschillende momenten op de bedpoot en tafelpoot terecht gekomen. Geen noodzaak om hier nader onderzoek naar te doen.
Afwijzing van het verzoek tot het verrichten van nader onderzoek naar de G-star jas. Voor nader onderzoek is contextinformatie nodig, die ontbreekt. Geen noodzaak voor nader onderzoek.