Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
Nijestee,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de appeldagvaarding van 11 oktober 2016, die tevens de grieven bevat;
- de conclusie van eis;
- de memorie van antwoord.
3.De vaststaande feiten
(…)
6.5 Het is huurder uitsluitend met voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven. Een verzoek tot toestemming dient schriftelijk te worden gedaan, onder vermelding van de naam van de onderhuurder, de onderhuurprijs en de ingangsdatum van de onderhuurovereenkomst.
(…)
6.7. Het is huurder niet toegestaan in het gehuurde hennep te kweken, dan wel andere activiteiten te verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn gesteld.
"Wij, verbalisanten, gingen naar perceelnummer 57 en belden hier aan. Wij zagen dat een manspersoon de voordeur opende. Later bleek dit te zijn, [appellant] , geboren [in]
1978. Uit het BVIB systeem van de politie bleek dat [appellant] ingeschreven stond aan de [a-straat] 57 te [A] . Ik, verbalisant [C vroeg] aan [appellant] of wij de woning mochten betreden. Wij hoorden hem zeggen dat wij de woning mochten betreden.
22 januari 2016 meegedeeld dat zij van plan is de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning te vorderen bij de rechter en zij heeft [appellant] verzocht om zelf de huurovereenkomst van de woning op te zeggen. In die brief is onder meer te lezen:
"1. Vanwege een lekkage bij uw onderburen zijn wij en de politie in uw woning geweest. Er is gebleken dat u de woning aan [a-straat] 57 heeft gebruikt voor het kweken van hennep. Het gebruiken van een woning op deze manier wordt door Nijestee niet toegestaan. Dit is opgenomen in de bij het huurcontract behorende Algemene Huurvoorwaarden, artikel 6 lid 7. Of wij hebben u daar op 12 juli 2005 via een brief over geïnformeerd. Bij overtreding van dit artikel mag Nijestee de huurovereenkomst met onmiddellijke ingang ontbinden en de herstelkosten op de huurder verhalen.
4.De vordering en de beslissing in eerste aanleg
5.De bespreking van de grieven
Grief III, die gericht is tegen het oordeel van de kantonrechter dat het opbouwen van een hennepkwekerij een tekortkoming in de huurovereenkomst wegens strijd met artikel 7:213 BW, faalt dan ook.
grief 2heeft [appellant] dan ook geen belang meer.
grief IVkomt [appellant] tegen dit oordeel op. Volgens hem heeft hij niet het risico genomen dat de kennis een kwekerij zou starten in zijn woning doordat hij de kennis uitdrukkelijk heeft gezegd dat hij niet toestond dat de woning als kwekerij werd gebruikt en heeft hij wel voldoende toezicht gehouden. Het hof volgt [appellant] niet in dit betoog. Uit de eigen stellingen van [appellant] volgt dat [appellant] wist dat de kennis van plan was de woning te gebruiken voor de kweek van hennep. Door de kennis desalniettemin de woning ter beschikking te stellen, heeft [appellant] het risico genomen dat de kennis de woning toch, ondanks het verbod van [appellant] , zou gebruiken voor de hennepkweek. [appellant] heeft niets aangevoerd waaruit volgt dat hij erop mocht vertrouwen dat de kennis zich aan het verbod zou houden. Zo heeft hij niet aangegeven dat de kennis hem beloofd heeft geen hennep te kweken, dat hij, indien de kennis dit wel zou hebben beloofd, ervan mocht uitgaan dat hij deze belofte ook zou houden en evenmin dat hij maatregelen heeft getroffen om gedurende zijn verblijf elders te controleren dat de kennis inderdaad geen hennepkwekerij in de woning zou beginnen. [appellant] heeft weliswaar aangevoerd dat hij “toezicht heeft gehouden", maar waaruit dat toezicht heeft bestaan, is onduidelijk gebleven. Dat [appellant] na enige tijd terug is gekomen, betekent niet dat hij in de tussentijd toezicht heeft gehouden. De grief faalt dan ook.
grief Vbetoogt [appellant] dan ook dat de kantonrechter het hiervoor omschreven vaste beleid van Nijestee dan ook ten onrechte in zijn oordeel betrokken.