Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Procesgang
Onderzoek van de zaak
Preliminair verweer
mitsdienniet aan de orde is (pleitnota onder punt 50).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 19 februari 2016. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van € 917.520,81, opgelegd aan de veroordeelde in verband met zijn betrokkenheid bij hennepkwekerijen. De verdediging voerde aan dat de rechtbank in strijd met de beginselen van een goede procesorde had gehandeld door uit te gaan van een berekeningswijze die niet door de verdediging was voorzien. Het hof verwierp dit verweer, oordelend dat de verdediging had kunnen en moeten voorzien dat de rechtbank de transactiemethode zou hanteren voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank en oordeelde dat er geen sprake was van een schending van het recht op een behoorlijke verdediging of van het recht op behandeling door tenminste twee feitelijke instanties. De veroordeelde had zich tot aan de behandeling in hoger beroep op zijn zwijgrecht beroepen en had pas ter zitting van het hof verklaard dat hij zich enkel bezighield met de beveiliging van de panden waarin de hennepkwekerijen waren gevestigd. Het hof achtte deze verklaring niet aannemelijk, mede door het gebrek aan specificatie en verificatiemogelijkheid. Het hof concludeerde dat de ontnemingsvordering terecht was toegewezen en bevestigde de verplichting tot betaling aan de Staat.