Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 11 april 2015 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde 2] van het leven te beroven, met dat opzet die [benadeelde 2] (meermalen) met een (kapot geslagen) fles, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in het hoofd en/of de hals/nek, althans in het bovenlichaam, heeft gestoken en/of gesneden, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
subsidiair:
hij op of omstreeks 11 april 2015 te gemeente [gemeente] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde 2] (meermalen) met een (kapot geslagen) fles, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in het hoofd en/of de hals/nek, althans in het bovenlichaam, heeft gestoken en/of gesneden, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
primair:
hij op of omstreeks 11 april 2015 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde 1] van het leven te beroven, met dat opzet die [benadeelde 1] (meermalen) met een (kapot geslagen) fles, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in het hoofd en/of de hals/nek, althans in het bovenlichaam, heeft gestoken en/of gesneden, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
subsidiair:
hij op of omstreeks 11 april 2015 te gemeente [gemeente] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde 1] (meermalen) met een (kapot geslagen) fles, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in het hoofd en/of de hals/nek, althans in het bovenlichaam, heeft gestoken en/of gesneden, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
Overwegingen omtrent het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 11 april 2015 te gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde 2] meermalen met een scherp en/of puntig voorwerp, in het hoofd en/of de hals/nek, heeft gestoken en/of gesneden, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
subsidiair:
hij op 11 april 2015 te gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [benadeelde 1] meermalen met een kapot geslagen fles, in het hoofd en/of de hals/nek, heeft gestoken en/of gesneden, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 1.200,00 (duizend tweehonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.200,00 (duizend tweehonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 800,00 (achthonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 800,00 (achthonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
16 (zestien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.