ECLI:NL:GHARL:2017:8432

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
29 mei 2017
Publicatiedatum
27 september 2017
Zaaknummer
21-001774-16
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gegrondverklaring bezwaarschrift inzake omzetting taakstraf en persoonlijke omstandigheden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 mei 2017 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de kennisgeving van de tenuitvoerlegging van een vervangende hechtenis. De veroordeelde was eerder onherroepelijk veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, die vervangen kon worden door 40 dagen hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. De advocaat-generaal had op 8 februari 2017 de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis bevolen, maar de kennisgeving hiervan was niet aan de veroordeelde persoonlijk betekend. De veroordeelde had op 14 april 2017 bezwaar gemaakt tegen deze kennisgeving, wat leidde tot een behandeling van het bezwaarschrift op 15 mei 2017.

Tijdens de zitting bleek dat de veroordeelde sinds 2015 in België woonde en dat zijn adres niet bekend was bij de reclassering, waardoor hij niet bereikbaar was voor de uitvoering van de taakstraf. Het hof oordeelde dat de veroordeelde niet tekort was geschoten in het verstrekken van zijn adresgegevens en dat hij inmiddels twintig dagen in vervangende hechtenis had doorgebracht. Gezien deze omstandigheden besloot het hof het bezwaarschrift gegrond te verklaren en het aantal nog te verrichten uren van de taakstraf op nul te stellen. De beslissing werd genomen met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde, waaronder het verlies van zijn baan door de vervangende hechtenis.

Uitspraak

Parketnummer: 21-001774-16
AV-nummer: 000635-17
Uitspraak d.d.: 29 mei 2017
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken op het bezwaarschrift ex artikel 22g, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht van de veroordeelde:

[veroordeelde] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [1986] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
wonende te [adres] te [plaats] (België).
Procesgang
De veroordeelde is bij arrest van 2 december 2016 -voor zover hier van belang- onherroepelijk veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 80 uren, te vervangen door hechtenis voor de tijd van 40 dagen voor het geval die taakstraf niet naar behoren wordt verricht.
De advocaat-generaal heeft op 8 februari 2017 de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis voor de duur van 40 dagen bevolen. Het openbaar ministerie heeft getracht de veroordeelde hiervan kennis te geven. Deze kennisgeving is gedateerd 20 april 2017, maar is niet aan de veroordeelde in persoon betekend. Op 28 februari 2017 heeft er wel een betekening aan de griffier van dit gerechtshof plaatsgevonden.
Namens de veroordeelde is op 14 april 2017 (datum begeleidende brief), dan wel 13 april 2017 (datum bezwaarschrift ), een bezwaarschrift ingediend tegen deze kennisgeving.
Het hof heeft dit bezwaarschrift behandeld op de openbare terechtzitting van 15 mei 2017, waarbij zijn gehoord de advocaat-generaal en de veroordeelde, bijgestaan door mr. S.G.H. van de Kamp, advocaat te 's-Hertogenbosch.
Beoordeling van het bezwaarschrift
Blijkens de reclasseringsrapportage van 4 januari 2017 is veroordeelde niet verschenen op de intakegesprekken en heeft hij de aan hem opgelegde taakstraf niet verricht.
Ter terechtzitting in hoger beroep is - mede uit hetgeen door veroordeelde en zijn raadsvrouw is aangevoerd - gebleken dat veroordeelde al sinds 2015 aan de [adres] te [plaats] , België woont. Dit adres heeft de veroordeelde - blijkens het arrest van 2 december 2016 - ter zitting van dit hof destijds ook als woon/verblijfsadres opgegeven. Hoewel het adres van veroordeelde in België via die weg ook ter kennis van de reclassering had kunnen komen, is dit kennelijk niet gebeurd.
Eén en ander heeft ertoe geleid dat verdachte door de reclassering niet bereikbaar werd geacht, de werkstraf als onuitvoerbaar retour is gezonden, de advocaat-generaal de tenuitvoerlegging heeft bevolen, de kennisgeving daarvan veroordeelde evenmin heeft bereikt, veroordeelde uiteindelijk op 1 april 2017 is aangehouden en thans reeds twintig dagen in vervangende hechtenis heeft doorgebracht.
Het hof is van oordeel dat, de omstandigheid in acht nemende dat verdachte niet is tekortgeschoten in het verstrekken van zijn adresgegevens aan justitie en hij desondanks inmiddels twintig dagen in vervangende hechtenis heeft doorgebracht, het bezwaarschrift gegrond dient te worden verklaard.
In de hiervoor geschetste gang van zaken én in de omstandigheid dat de veroordeelde ten gevolge van de toegepaste vervangende hechtenis zijn baan is kwijtgeraakt, ziet het hof aanleiding om het thans nog uit te voeren aantal uren aan taakstraf op 0 te stellen.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het bezwaarschrift gegrond.

Stelt het aantal uren taakstraf dat nog moet worden verricht op 0 (nul).

Aldus gewezen door
mr. J.W. Rijkers, voorzitter,
mr. A. van Maanen en mr. W.A. Holland, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.S. Helmus, griffier,
en op 29 mei 2017 ter openbare zitting uitgesproken.
Mr. R.S. Helmus is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 29 mei 2017.
Tegenwoordig:
mr. F.A.M. Bakker, voorzitter,
mr. C.C.M. Poland, advocaat-generaal,
K. Elema, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De veroordeelde is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.