Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de machtiging tot gesloten plaatsing van de jeugdige [verzoeker], geboren in 2000, die sinds augustus 2015 in een (open) woongroep verbleef en op 31 augustus 2016 met een (spoed)machtiging is opgenomen in een gesloten accommodatie. De kinderrechter had eerder op 2 december 2016 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend, die door [verzoeker] werd bestreden in hoger beroep. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld op 17 januari 2017, waarbij [verzoeker] in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.G. Schaap. De GI, vertegenwoordigd door mevrouw mr. [H] en de heer [I], pleitte voor voortzetting van de gesloten plaatsing, terwijl [verzoeker] verzocht om terugplaatsing in een open setting bij [F]. Het hof heeft vastgesteld dat de gesloten plaatsing noodzakelijk was om te voorkomen dat [verzoeker] zich aan de jeugdhulp zou onttrekken, maar ook dat de situatie van [verzoeker] verbeterd was. Het hof heeft de gesloten plaatsing met maximaal drie weken bekrachtigd, met de verwachting dat er binnen die termijn een geschikte open plek voor [verzoeker] beschikbaar zou zijn. De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere beschikking van de kinderrechter gedeeltelijk wordt vernietigd en het verzoek van de GI tot verlenging van de gesloten plaatsing wordt afgewezen per 23 februari 2017.