ECLI:NL:GHARL:2017:8064
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herstel van gezag over minderjarige na ontheffing; beoordeling van gewijzigde omstandigheden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot herstel van het gezag over een minderjarige, [kind], door de ouders, die eerder ontheven zijn van het ouderlijk gezag. De ouders hebben in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Overijssel van 16 november 2016 bestreden, waarin hun verzoeken om het gezag te herstellen en [kind] bij hen terug te plaatsen, zijn afgewezen. Het hof heeft de ouders in persoon gehoord, evenals vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Overijssel, en de gezinshuisouders. De ouders hebben vier grieven ingediend en stellen dat er sinds de ontheffing van het gezag relevante wijzigingen zijn opgetreden die hun verzoek ondersteunen.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders niet hebben aangetoond dat er sinds de ontheffing van het gezag in 2014 een relevante wijziging van omstandigheden heeft plaatsgevonden. De ouders hebben hun stellingen over verbeterde opvoedingsvaardigheden niet onderbouwd, terwijl uit een verklaring van een gedragswetenschapper blijkt dat er ernstige gedragsproblematiek bij [kind] is. De GI heeft verweer gevoerd en gesteld dat de ouders niet in staat zijn de zorg te bieden die [kind] nodig heeft, en dat er een loyaliteitsconflict ontstaat door de opstelling van de ouders.
Het hof heeft geoordeeld dat de verzoeken van de ouders moeten worden afgewezen, omdat niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor herstel van het gezag. De bestreden beschikking is bekrachtigd, en de proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.