4.1Bij memorie van antwoord in principaal appel tevens memorie van grieven in incidenteel appel houdende vermeerdering van eis, heeft [geintimeerden] tot vernietiging van de bestreden vonnissen geconcludeerd en tot toewijzing van de volgende eis:
voor recht te verklaren dat Friesland Bank jegens [geintimeerden] aansprakelijk is voor de door hem geleden en te lijden schade primair als gevolg van de onderhavige toerekenbare tekortkoming van de Friesland Bank, subsidiair onrechtmatige daad;
Friesland Bank te veroordelen tot betaling aan [geintimeerden] van de door [geintimeerden] geleden schade ad € 4.000.000,00, te vermeerderen met de in artikel 6:119 BW bedoelde wettelijke rente vanaf de datum dat de betalingen door de Friesland Bank aan Reggehuys zijn uitgevoerd als opgenomen onder 65 dagvaarding, subsidiair vanaf de datum van de aansprakelijkstelling d.d. 5 februari 2013, meer subsidiair vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
Friesland Bank te veroordelen tot betaling aan [geintimeerden] van de door [geintimeerden] geleden schade ad € 2.265.891,00, te vermeerderen met de in artikel 6:119 BW bedoelde wettelijke rente vanaf 24 maart 2017, tot aan de dag der algehele voldoening;
Friesland Bank te veroordelen tot betaling aan [geintimeerden] van de door [geintimeerden] geleden schade ad € 682.703,00, te vermeerderen met de in artikel 6:119 BW bedoelde wettelijke rente vanaf 24 maart 2017, tot aan de dag der algehele voldoening;
Friesland Bank te veroordelen tot betaling aan [geintimeerden] van de door [geintimeerden] geleden schade ad € 17.051,25, te vermeerderen met de in artikel 6:119 BW bedoelde wettelijke rente vanaf 1 januari 2009, subsidiair vanaf de datum van de aansprakelijkstelling d.d. 5 februari 2013, meer subsidiair vanaf de datum memorie van antwoord tot aan de dag der algehele voldoening;
Friesland Bank te veroordelen tot betaling aan [geintimeerden] van de door [geintimeerden] geleden schade ad € 240.000,00, te vermeerderen met de in artikel 6:119 BW bedoelde wettelijke rente vanaf 1 januari 2009, subsidiair vanaf de datum van de aansprakelijkstelling d.d. 5 februari 2013, meer subsidiair vanaf de datum memorie van antwoord tot aan de dag der algehele voldoening;
Friesland Bank te veroordelen tot betaling aan [geintimeerden] van de buiten gerechtelijke kosten ad € 20.810,83, subsidiair tot betaling van het bedrag dat het hof in goede justitie redelijk acht;
Friesland Bank te veroordeling tot betaling aan [geintimeerden] van de kosten van Wincap ad € 1.963,23,
een en ander met veroordeling van Friesland Bank in de kosten van deze procedure in beide instanties.