Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen de beschikking van de rechtbank Gelderland van 9 november 2016, waarin echtscheiding is uitgesproken en het gezag over het ongeboren kind aan de vrouw is toegewezen. De man heeft in eerste aanleg geen verweer gevoerd. De vrouw heeft in hoger beroep verzocht om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken, terwijl de man verzoekt om het gezag over het kind en de hoofdverblijfplaats bij hem te bepalen. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 juli 2017 is de man niet verschenen, maar zijn advocaat heeft namens hem gepleit. De vrouw heeft verweer gevoerd en de raad voor de kinderbescherming was ook aanwezig. De man heeft zijn verzoeken met betrekking tot de echtscheiding en het gezag ingetrokken, maar het verzoek om informatieverplichting is gehandhaafd. Het hof oordeelt dat de man in zijn verzoek kan worden ontvangen, maar wijst het verzoek af. Het hof overweegt dat de man in het verleden de vrouw heeft lastiggevallen en dat het in het belang van het kind is dat de vrouw ongestoord kan opvoeden. De bestreden beschikking wordt bekrachtigd.