ECLI:NL:GHARL:2017:7615
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging uithuisplaatsing van een minderjarige en de procedure rondom het verzoek tot terugplaatsing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, hier aangeduid als [kind]. De zaak is gestart door een verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel. De kinderrechter had op 17 juli 2017 de machtiging tot uithuisplaatsing van [kind] bekort tot 1 september 2017, wat de GI niet kon accepteren.
Het hof heeft vastgesteld dat [kind] haar verzoek om terugplaatsing bij de moeder direct bij de kinderrechter heeft ingediend, zonder eerst een verzoek bij de GI in te dienen. Dit is in strijd met de wettelijke procedure zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Het hof heeft geoordeeld dat [kind] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek, omdat zij niet de juiste procedure heeft gevolgd. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter vernietigd en het verzoek van [kind] ter verdere afhandeling doorgestuurd naar de GI.
De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste juridische procedures in zaken die betrekking hebben op de uithuisplaatsing van minderjarigen. Het hof heeft ook opgemerkt dat het niet voldoende is om simpelweg niet eens te zijn met de plaatsing; er moeten gewijzigde omstandigheden zijn om een verzoek tot beëindiging of bekorting van de uithuisplaatsing te rechtvaardigen.