Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, verzocht om de kinderalimentatie op nihil vast te stellen, terwijl de vrouw, verweerster in het principaal hoger beroep, een verhoging van de kinderalimentatie eiste. De rechtbank Gelderland had eerder de kinderalimentatie vastgesteld op € 720,- per maand, met ingang van 1 november 2015. Het hof oordeelde dat er een relevante wijziging van omstandigheden was, maar dat de man onvoldoende inzicht had gegeven in zijn financiële situatie. Ondanks de door de man ingebrachte bescheiden, bleef zijn financiële positie onduidelijk. Het hof concludeerde dat de man, gezien zijn levensstijl en uitgavenpatroon, voldoende draagkracht had om de kinderalimentatie te betalen. De grieven van de man werden verworpen, en de bestreden beschikking werd bekrachtigd. De vrouw ontving een arbeidsongeschiktheidsuitkering en had geen draagkracht. Het hof compenseerde de proceskosten in hoger beroep, gezien de aard van de procedure.