De getuige [naam getuige 1] heeft onder meer als volgt verklaard:
“Vervolgens kwam het idee op dat [geïntimeerde] de zaak zou overnemen. [geïntimeerde] kwam met dat idee en [appellant] vroeg mij wat ik daarvan vond. Ik heb gezegd dat zij een prima commerciële persoon was maar dat ik niet wist of ze de juiste ondernemer was. Vanaf halverwege 2012 is er veel gesproken tussen [appellant], [geïntimeerde] en mijzelf over de overname door [geïntimeerde] van de zaak. Dat zijn niet steeds besprekingen met z’n drieën geweest maar [appellant] en [geïntimeerde] benaderden mij ook ieder apart. Andere personen zijn daarbij niet aanwezig geweest. Uitgangspunt van die besprekingen was steeds het bedrag van € 75.000,-- dat in elk geval betaald zou moeten worden door [geïntimeerde] en daarnaast nog een bedrag ter zake de intrinsieke waarde van de aandelen. Er zijn vanaf september 2012 tot september 2013 ongeveer vijf besprekingen geweest waarbij [appellant], [geïntimeerde] en ik met z’n drieën over de overname van de zaak gesproken hebben. U vraagt mij of dit besprekingen waren waarin toegewerkt werd naar een deal of dat de deal er eigenlijk al was en alleen nog uitgewerkt moest worden. Volgens mij was dat tweede aan de orde. [appellant] en [geïntimeerde] waren het er al over eens dat [geïntimeerde] de zaak zou overnemen en dat zij € 75.000,--- zou betalen. Daarnaast was ook al afgesproken dat zij nog een bedrag zou betalen voor de aandelen. De waarde van de aandelen kon pas worden vastgesteld in het tweede kwartaal van 2013. Dat had ermee te maken dat [naam] van leveranciers achteraf, na de leveranties kortingen kreeg wat wij afnamebonussen noemden. Door [naam] werden ook weer kortingen doorbetaald aan haar klanten. Hoe hoog die kortingen van een bepaald jaar waren was pas duidelijk steeds in het tweede kwartaal van het opvolgende jaar. Aangezien dit van belang was voor het bepalen van de waarde van de aandelen van het bedrijf kon die waarde dus pas worden vastgesteld in het tweede kwartaal van 2013.
U vraagt mij of er een moment is geweest dat er glazen geheven zijn op de overname. Dat niet, het is een geleidelijk proces geweest zoals ik beschreven heb.
U vraagt mij hoe die waarde van de aandelen is vastgesteld. Dat heb ik gedaan aan de hand van een overzicht van de activa en passiva per 30 september 2012. Dat is het overzicht dat is overgelegd als productie 5 bij de brief van 13 juni 2016 van mr. Mol. Aan de hand van dat overzicht heb ik met [appellant] en [geïntimeerde] gesproken over de waarde van de op dat overzicht voorkomende activa. Bij diezelfde brief van mr. Mol zit als productie 4 een handgeschreven overzicht dat ik heb opgesteld. Daarin ziet u de verschillende posten benoemd en dat overzicht sluit op een saldo van de activa en de passiva van € 25.000,--. In de loop van de besprekingen is dat wat minder geworden en we zijn toen uitgekomen op € 19.000,--. Dat handgeschreven overzicht heb ik ook aan [appellant] en [geïntimeerde] gegeven en aan de hand daarvan zijn we de verschillende posten gaan waarderen, waarbij we uiteindelijk zijn uitgekomen op de getypte overnamebalans die als productie 5 is overgelegd.
U vraagt mij of ik mij herinner dat [geïntimeerde] op een bepaald moment akkoord is gegaan met dat bedrag van € 19.000,--. Ik herinner mij niet een bepaald moment maar we hebben daar geleidelijk naartoe gewerkt.
U vraagt mij waarom als peildatum 1 oktober 2012 is genomen. Op dat moment is besloten dat [geïntimeerde] de zaak zou overnemen, maar kon de waarde van de aandelen nog niet bepaald worden zoals ik hierboven heb uitgelegd. De marsroute naar de waardering van de aandelen is al wel besproken en geaccordeerd in september/oktober 2012.
In het tweede kwartaal van 2013 is dus dat bedrag van € 19.000,-- bepaald als waarde van de aandelen. [geïntimeerde] zou dus in totaal een bedrag van € 94.000,-- inbrengen in [naam] . Dat geld had zij beschikbaar omdat [appellant] haar uitgekocht had ter zake de woning die zij in gezamenlijke eigendom hadden. Het benodigde bedrag voor de overname kon zij daaruit betalen. Ik heb haar toen geadviseerd dat bedrag in [naam] in te brengen. Op het moment dat dat bedrag van € 94.000,-- zou binnenkomen in [naam] zou dat doorgestort worden naar Roca pensioen B.V.. Die pensioen B.V. zou dan gesplitst worden in een B.V. waarin het pensioen van [geïntimeerde] zou zitten en een B.V. waarin het pensioen van [appellant] zou zitten. Het bedrag van € 94.000,-- zou dan gesplitst worden in die zin dat 60% daarvan in de pensioen B.V. van [appellant] terecht zou komen en 40% in de pensioen B.V. van [geïntimeerde]. Om dat laatste goed te regelen hadden we advies nodig van een fiscalist. Daarvoor is de hulp van de heer [naam getuige 2] ingeschakeld.
Mr. Mol vraagt mij of ik tijdens de besprekingen handelde voor één van beide partijen in dit geschil of voor beide partijen. Ik antwoord daarop dat ik voor beide partijen optrad. Ik heb niet expliciet met [appellant] en [geïntimeerde] besproken voor wie ik optrad maar naar mijn gevoel trad ik voor beide partijen op. Als je mensen al dertig jaar kent ligt het niet voor de hand dit expliciet te bespreken. Ons kantoor deed in die periode ook de administratie voor [naam] en ik had dus maandelijks contact met zowel [appellant] als [geïntimeerde].(…)
Mr. Mol vraagt mij of [geïntimeerde] naar mijn idee de financiële situatie rondom het pensioen begreep. Ik denk van wel en dat baseer ik op het volgende. Ik heb zowel [appellant] als [geïntimeerde] vele malen gewaarschuwd. Het was namelijk zo dat in de pensioen B.V. in de goede jaren van het bedrijf een behoorlijk vermogen was opgebouwd. Toen het bedrijf afzakte is dat vermogen gebruikt om het bedrijf gaande te houden. Ik heb [appellant] en [geïntimeerde] gewezen op de risico’s daarvan.
Mr. Mol vraagt mij of [geïntimeerde] ooit een voorbehoud heeft gemaakt in die zin dat zij duidelijk heeft gemaakt dat zij eerst de jaarstukken over 2012 wilde afwachten of eerst wilde weten hoe het met het pensioen zat. Ik antwoord daarop dat [geïntimeerde] in de zaak werkzaam was en dus goed wist wat er in omging. Bovendien is het zo, zoals ik hiervoor verklaarde, dat afgesproken was dat de overname zou plaatsvinden per 1 oktober 2012. Dat betekent dat de jaarstukken voer 2012 niet meer relevant waren voor de overname.
De wijze waarop het pensioen geregeld zou worden was niet van belang voor de vraag of [geïntimeerde] de zaak zou overnemen en ook niet van belang voor de hoogte van de overnamesom. Het was louter een technische kwestie om het fiscaal goed geregeld te hebben.
Mr. Mol vraagt of partijen iets hebben afgesproken over het stamrecht van de ouders van [appellant]. [appellant] vond het belangrijk dat de positie van zijn ouders zeker gesteld werd. Dat zou kunnen gebeuren doordat een bepaald bedrag afgestort zou worden bij een verzekeraar. De financiële reserve van het bedrijf was echter zo matig dat dat niet tot de mogelijkheden behoort. Het bedrag dat op de balans gereserveerd stond voor de stamrechtverplichting van de ouder van [appellant] was zo laag dat dit niet voldoende was om dit onder te brengen bij een verzekeraar. Daarvoor zou een bijstorting nodig zijn. [appellant] wilde dat wel, maar dan zou [geïntimeerde] meer moeten betalen voor de overname van de zaak. Daartoe is niet besloten omdat de ouders van [appellant] al op leeftijd waren en om die reden een hoge bijstorting nodig zou zijn. [geïntimeerde] was daar ook niet toe bereid. De verplichtingen ten opzichte van de ouders van [appellant] zouden betaald blijven worden vanuit [naam] . In die zin heeft [appellant] niet de zekerheid gekregen die hij wenste voor het pensioen van zijn ouders.
Op de balans stonden ook nog een tweetal rekeningcourantschulden van het bedrijf aan [appellant] en aan [geïntimeerde]. Op de overnamebalans ( de al eerder genoemde productie 5 )staan die beide leningen genoemd. Daaruit volgt volgens mij dat overeengekomen is dat de lening van [appellant] van € 26.000,-- aan hem zou worden terugbetaald. U vraagt mij of expliciet is afgesproken dat [geïntimeerde] ervoor in zou staan dat dit bedrag aan [appellant] zou worden terugbetaald. Dat is niet expliciet afgesproken maar volgt naar mijn idee uit het feit dat die bedragen op de balans staan. Nu u dit zo dicteert denk ik dat dit wel op een gegeven moment besproken is maar ik weet niet meer wanneer.
Mr. Mol vraagt mij of productie 5 aan beide partijen is verstrekt. Zoals ik al heb uitgelegd hebben de onderhandelingen plaatsgevonden aan de hand van het handgeschreven overzicht dat als productie 4 is overgelegd. Toen we het eens waren heb ik dat getypt en dat getypte overzicht heb ik aan beide partijen gegeven.(…)”.