In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, een zelfstandig ondernemer die tennislessen verzorgt, tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had eerder een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2012 bevestigd, waarbij belanghebbende een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 46.314 had. De inspecteur van de Belastingdienst had de aanslag en de beschikking belastingrente gehandhaafd, omdat belanghebbende geen sluitende rittenregistratie had voor zijn auto’s, waaronder een Porsche. Belanghebbende stelde dat hij de Porsche voor minder dan 500 kilometer voor privédoeleinden had gebruikt, maar het hof oordeelde dat hij dit niet overtuigend had aangetoond. De rittenregistratie vertoonde inconsistenties en de bewijskracht ervan werd door het hof als onvoldoende beoordeeld. Het hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen griffierecht of proceskostenvergoeding toegewezen.