Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot herziening van de kinderalimentatie door de vader, die recentelijk naar Spanje is verhuisd. De vader, die in hoger beroep is gegaan, verzoekt om de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn kinderen te verlagen van € 300,- per kind per maand naar € 6,- per kind per maand, met terugwerkende kracht. De vrouw, de verweerster in deze zaak, verzet zich tegen dit verzoek en vraagt om bekrachtiging van de eerdere beschikking van de rechtbank.
De rechtbank had eerder bepaald dat de vader een bijdrage van € 300,- per kind per maand moest betalen, gebaseerd op de behoefte van de kinderen en de draagkracht van de vader. De vader stelt dat zijn financiële situatie is veranderd door zijn verhuizing naar Spanje en dat hij niet in staat is om het eerder vastgestelde bedrag te betalen. Het hof oordeelt echter dat de vader onvoldoende bewijs heeft geleverd van zijn huidige financiële situatie en dat zijn argumenten niet voldoende onderbouwd zijn.
Het hof bevestigt de rechtsmacht op basis van de Alimentatieverordening, aangezien de vrouw en de kinderen in Nederland wonen. Het hof concludeert dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden, maar dat de vader niet heeft aangetoond dat hij niet in staat is om de vastgestelde alimentatie te betalen. De eerdere beschikking van de rechtbank wordt dan ook bekrachtigd, en het verzoek van de vader wordt afgewezen. De beslissing is genomen door een collegiaal hof en is openbaar uitgesproken.