Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
2. [geïntimeerde2] ,
[geïntimeerde2],
3. [geïntimeerde3] ,
[geïntimeerde3],
4. [geïntimeerde4] ,
[geïntimeerde4],
5. [geïntimeerde5] ,
[geïntimeerde5],
6. [geïntimeerde6] ,
[geïntimeerde6],
7. [geïntimeerde7] ,
[geïntimeerde7],
8. [geïntimeerde8] ,
[geïntimeerde8],
9.[geïntimeerde9] ,
hierna:
[geïntimeerde9],
10. [geïntimeerde10],
wonende te [C] ,
hierna:
[geïntimeerde10] ,
de huurders,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
- [geïntimeerde1] , [geïntimeerde3] , [geïntimeerde6] , [geïntimeerde7] , [geïntimeerde9] en [geïntimeerde10] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de waterschade in november 2010 ten bedrage van € 244,87 (randnummers 5.8, 5.9, 5.11 en 5.12);
- [geïntimeerde7] aansprakelijk is voor de schade ten gevolge van het vernielde raam in zijn onzelfstandige woonruimte, zijnde € 122,50 (randnummers 5.27 en 5.28);
- de overige door [appellant] gevorderde schadeposten worden afgewezen.