ECLI:NL:GHARL:2017:7237

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
22 augustus 2017
Publicatiedatum
22 augustus 2017
Zaaknummer
WAHV 200.175.201
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Sekeris
  • A. Huizenga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van administratieve sanctie wegens onduidelijke markering van parkeervakken

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, die op 3 juli 2015 het beroep van de betrokkene ongegrond had verklaard. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het parkeren zonder parkeerschijf bij een blauwe streep op het Marktplein te Landsmeer op 24 mei 2013. De betrokkene erkende dat hij zonder parkeerschijf had geparkeerd, maar betwistte de sanctie op basis van onduidelijke markering van de parkeerzone.

Het hof heeft vastgesteld dat de blauwe streep, die volgens artikel 25 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) vereist is, zodanig vervaagd was dat deze niet meer als zodanig kon worden herkend. De betrokkene wees op de onduidelijkheid van de markering en het verkeersbord dat de parkeerschijfzone aanduidde, dat op een drukke kruising stond en gemakkelijk gemist kon worden. De verbalisant had in een aanvullend proces-verbaal verklaard dat de belijning nog zichtbaar was, maar het hof concludeerde op basis van foto’s dat de markering niet blauw, maar grijs was.

Gelet op deze bevindingen oordeelde het hof dat de gedraging de betrokkene niet kon worden verweten en dat de oplegging van de sanctie niet billijk was. Het hof vernietigde daarom de beslissing van de kantonrechter, verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de beslissing van de officier van justitie, alsmede de inleidende beschikking. Tevens werd gelast dat het door de betrokkene gestelde bedrag aan hem werd gerestitueerd.

Uitspraak

WAHV 200.175.201
22 augustus 2017
CJIB 172886516
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland
van 3 juli 2015
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “motorvoertuig zonder parkeerschijf achter voorruit waarop de begintijd is aangegeven parkeren bij blauwe streep”, welke gedraging zou zijn verricht op 24 mei 2013 om 14:30 uur op het Marktplein te Landsmeer met het voertuig met het kenteken [kenteken].
2. De betrokkene erkent dat hij op voormelde datum, tijd en plaats zijn voertuig in een parkeerschijfzone heeft geparkeerd zonder een parkeerschijf te plaatsen. Hij stelt echter dat de sanctie in dit geval niet terecht is, omdat niet duidelijk was aangegeven dat van een parkeerschijf gebruik moest worden gemaakt. De betrokkene heeft bij nader inzien geconstateerd dat bij het binnenrijden van de parkeerschijfzone een verkeersbord is geplaatst dat die zone aanduidt. Dit bord staat echter op een drukke gelijkwaardige kruising, zodat door de verkeerssituatie dit bord gemakkelijk kan worden gemist. Verder wijst de betrokkene erop dat alle overige parkeervakken in deze zone duidelijk met een blauwe streep zijn gemarkeerd, maar dat deze lijn bij de parkeervakken op het Marktplein zodanig is vervaagd dat deze – zeker bij nat weer, zoals op deze dag – niet zichtbaar is.
3. De onderhavige gedraging betreft een overtreding van het bepaalde in artikel 25 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Artikel 25 luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
‘1. Het is verboden in een parkeerschijfzone te parkeren, behalve op parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven of plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep.
2. Op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep is het parkeren van een motorvoertuig op meer dan twee wielen slechts toegestaan indien het motorvoertuig overeenkomstig het bij ministeriële regeling bepaalde is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf.
Indien het motorvoertuig is voorzien van een voorruit, wordt de parkeerschijf achter de voorruit geplaatst.’
4. Bij de stukken bevindt zich een door de verbalisant dd. 31 oktober 2013 opgemaakt aanvullend proces-verbaal, waarin deze, onder meer, het volgende verklaart:
“Ik zag toen een motorvoertuig voorzien van het kenteken [kenteken] geparkeerd staan zonder parkeerschijf in de blauwe zone die duidelijk is aangegeven met bebording en een blauwe lijn langs de parkeervakken, waarbij er wel de kanttekening gemaakt kan worden dat de blauwe belijning aan het vervagen is, zie bijlage. Naar mijn mening is de belijning nog wel duidelijk zichtbaar”.
5. Het hof leidt uit de foto’s in het dossier – die zowel door de verbalisant als door de betrokkene zijn aangeleverd – af, dat ter plaatse sprake is van een serie haaks op de weg liggende parkeervakken, met daarachter een trottoir. Het voertuig van de betrokkene stond kennelijk in één van deze vakken. Aan de rand van het trottoir is een markering aangebracht in de bestrating. Gelet op de verklaring van de verbalisant is deze markering kennelijk bedoeld als een blauwe streep in de zin van het RVV 1990. Het hof constateert echter aan de hand van de foto’s dat deze markering niet blauw, maar eerder grijs van kleur is. In elk geval kan naar het oordeel van het hof, anders dan de kennelijke inschatting van de verbalisant, redelijkerwijs niet van een blauwe streep als bedoeld in artikel 25 RVV 1990 worden gesproken. Gelet daarop kan de onderhavige gedraging de betrokkene naar het oordeel van het hof in redelijkheid niet worden verweten.
6. Bij deze stand van zaken is oplegging van een sanctie niet billijk. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter daarom vernietigen en doen wat de kantonrechter had behoren te doen, te weten het beroep gegrond verklaren en de beslissing van de officier van justitie alsmede de inleidende beschikking vernietigen. Verder wordt restitutie van het tot zekerheid gestelde bedrag gelast.

Beslissing

Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de beslissing van de officier van justitie, alsmede de beschikking waarbij onder CJIB-nummer 172886516 de administratieve sanctie is opgelegd;
bepaalt dat hetgeen door de betrokkene op de voet van artikel 11 van de WAHV tot zekerheid is gesteld door de advocaat-generaal aan hem wordt gerestitueerd.
Dit arrest is gewezen door mr. Sekeris, in tegenwoordigheid van mr. Huizenga als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.