Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 13 april 2016 te of bij [plaats 1] , in de gemeente [gemeente] , als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto, merk Peugeot, type 206, kenteken [kenteken] ), daarmede rijdende over de weg, [adres] , zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of
Standpunten
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
aanmerkelijkonvoorzichtig, de laagste gradatie van schuld zoals door de raadsman voorgesteld, of
zeeronvoorzichtig, zoals de advocaat-generaal in lijn met het vonnis van de rechtbank heeft betoogd.
Achterkant brak uit.. Zou bijsturen zoals ik normaal doe want hij breekt fcking snel uit… Maar toen drifte die door.”, “
Bocht naar rechts gleed ie al, corrigeer em. Bocht naar links gaat ie weer en toen draaide die door?” en “
pak bocht naar rechts en voel auto glijden.. Ga bocht naar links en weer glijdt de auto”. Anders dan de raadsman heeft bepleit, leidt het hof uit voornoemde berichten af dat verdachte in de bocht voorafgaand aan de bocht waar het ongeval heeft plaatsgevonden al de controle over zijn auto dreigde te verliezen. Verdachte heeft – aldus wetende dat zijn auto snel uitbreekt – naar aanleiding hiervan echter niet zijn rijgedrag aangepast door zijn snelheid te matigen, maar, zo volgt uit zijn verklaring ter zitting in eerste aanleg, dit signaal volledig genegeerd.
ontstaanvan het ongeval, maar alleen van invloed geweest op de ernst van de
gevolgenvan het ongeval voor degene die geen gordel kon dragen, in dit geval [slachtoffer 1] . Dit maakt dat het ontbreken van deze autogordel niet kan bijdragen aan het bepalen van de mate van schuld aan het ontstaan van het ongeval. Het hof zal dit dan ook niet in die zin meewegen.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
- de veroordeelde zich binnen zeven dagen na het onherroepelijke worden van het onderhavige arrest meldt bij Reclassering Nederland op het adres Zoutbranderij 1 te Leeuwarden. Hierna moet de veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht
- de veroordeelde gedurende de proeftijd zal deelnemen aan een gedragsinterventie, bestaande uit een gedragsinterventie Cognitieve Vaardigheden.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
3 (drie) jaren.