Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Almere(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
- Begin van het jaar een bedrag voor de betalingen die gemaakt moeten worden voor het hele jaar. Dit bedrag mag in meerdere keren betaald worden, wanneer [X] dit niet direct liquide heeft.
- Midden van dit jaar een bedrag voor grote jaarlijkse uitgaven
- Uitzonderlijk hoge kosten voor vervanging/reparatie voertuig
- Uitzonderlijk hoge kosten voor vervanging/reparatie hulpmiddelen, bijv. gehoorapparaten.
- Bijdrage voor inkopen in Nederland
- Meedelen in prijsgeld van loterijen, erfenissen en/of schenkingen
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
.De Inspecteur heeft in dit verband aangevoerd dat belanghebbende in 2014 de minstverdienende partner was, hetgeen betekent dat de echtgenote jegens belanghebbende een verplichting had en niet andersom. Het Hof volgt ook dit standpunt niet. Uit het door belanghebbende overgelegde overzicht blijkt weliswaar dat belanghebbende in 2014 inderdaad de minstverdienende partner was, maar ook dat dit een incident is. In de overige jaren is belanghebbende de meestverdienende partner. Belanghebbende heeft voorts onweersproken verklaard dat de echtgenote een gehoorprobleem heeft, dat zij afhankelijk is van haar auto en dat zij de moeder is van zijn zoon, aan wie hij heeft beloofd zijn moeder niet in de steek te laten. Belanghebbende voelt zich dan ook gedrongen de echtgenote te geven wat zij nodig heeft. Het Hof acht deze verklaring geloofwaardig en trekt hieruit de conclusie dat belanghebbende ook in 2014 een uit het familierecht voortvloeiende verplichting had jegens de echtgenote en zich gedrongen voelde haar te ondersteunen.