Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
15 augustus 2017
inspecteurvan de
Belastingdienst/kantoor Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
[Z](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
Maakt u aanspraak op vrijstelling van overdrachtsbelasting?”) is aangekruist „
Nee”, met als toelichting: „
maar zie reeds ingediend verzoek van mr. [D] van [E]”.
Mede op grond van de bevindingen in het jaar 2008 zijn wij van mening dat de overdracht in dit geval een materiële onderneming betreft. Met de door u aangegeven waarde ga ik akkoord. De door uw cliënt gewenste overdracht kan dus fiscaal gefacilieerd plaatsvinden. Wel ontvang ik van u op korte termijn het splitsingsvoorstel; daarna zal ik mijn standpunt per brief naar u toesturen.”
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
Eigenlijk ben ik van mening dat er sprake is van een belegging. In de bezwaarfase kwam ik hierop. Ik heb echter meegedeeld dat op grond van het vertrouwensbeginsel wordt geaccepteerd dat sprake is van een materiële onderneming”.
Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
15 augustus 2017in het openbaar uitgesproken.