ECLI:NL:GHARL:2017:6648

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 augustus 2017
Publicatiedatum
2 augustus 2017
Zaaknummer
200.168.443/02 en 200.196.218/02
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van Sargasso Marine Services B.V. en Stichting Appingedammer Brons Motoren Museum tegen raadsheren van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 augustus 2017 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van Sargasso Marine Services B.V. en Stichting Appingedammer Brons Motoren Museum, hierna gezamenlijk aangeduid als Sargasso c.s. Het wrakingsverzoek werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het verzoek niet tijdig was ingediend. De wraking was gebaseerd op uitlatingen van mr. H. de Hek tijdens een comparitie van partijen op 21 juni 2017. Sargasso c.s. hadden de wraking pas op 30 juni 2017 willen indienen, terwijl zij al eerder op de hoogte waren van de feiten en omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag lagen. De wrakingskamer oordeelde dat Sargasso c.s. niet had aangetoond dat er bezwaren waren die het indienen van het verzoek voorafgaand aan de zitting van 30 juni 2017 in de weg stonden. Bovendien vond de wrakingskamer geen aanknopingspunten voor de stelling dat er sprake was van vooringenomenheid van de raadsheren. De beslissing werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit mr. A. van Dongen, mr. L.T. Wemes en mr. M.W. Zandbergen, en werd in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
wrakingskamer
zaaknummers gerechtshof 200.168.443/02 en 200.196.218/02
beslissing van 1 augustus 2017
op het verzoek van:

1.Sargasso Marine Services B.V.,

gevestigd te Grootegast,
hierna:
Sargasso,
2. Stichting Appingedammer Brons Motoren Museum,
gevestigd te Grootegast,
hierna:
Brons,
verzoekers in het wrakingsincident
hierna gezamenlijk te noemen:
Sargasso c.s.,
advocaat: mr. A. Woertman, kantoorhoudend te Beetsterzwaag
dat strekt tot wraking ingevolge artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van:
mrs. H. de Hek, J.H. Kuiper en O.E. Mulder,
raadsheren in dit hof, locatie Leeuwarden,
verweerders in het wrakingsincident.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij de afdeling civiel recht van het hof zijn onder zaaknummers 200.168.443/01 en 200.196.218/01 procedures aanhangig tussen Control Seal B.V. (hierna: Control Seal) en Sargasso c.s.
1.2
Op 30 juni 2017 heeft in deze procedures een (voortgezette) comparitie van partijen plaatsgevonden voor de civiele kamer van dit hof. Aanwezig waren mevr. [A] , financieel directeur van Control Seal, bijgestaan door mr. [B] en mr. [C] , dhr. [D] , directeur van Brons, bijgestaan door mr. A. Woertman. Daarnaast zijn verschenen dhr. [E] , woordvoerder van Brons en dhr. [F] , vrijwilliger bij Brons. Sargasso c.s. hebben tijdens deze (voortgezette) comparitie van partijen mr. De Hek gewraakt en mrs. Kuiper en Mulder voorwaardelijk gewraakt. De voorzitter, mr. Kuiper, heeft hierop de behandeling van de zaak geschorst. Het van deze comparitie van partijen opgemaakte proces-verbaal bevindt zich bij de stukken.
1.3
Mrs. De Hek, Kuiper en Mulder hebben niet in de wraking berust. Mr. De Hek heeft bij verweerschrift van 11 juli 2017 op het wrakingsverzoek gereageerd. Mr. Kuiper heeft mede namens mr. Mulder ten aanzien van de punten 1 en 2 bij verweerschrift van 13 juli 2017 op het wrakingsverzoek gereageerd.
1.4
Het wrakingsverzoek is ter zitting van 18 juli 2017 behandeld door de wrakingskamer. Namens Sargasso c.s. zijn bij deze behandeling verschenen dhr. [D] , dhr. [F] en de heer [E] , bijgestaan door mr. Woertman. Namens Control Seal zijn verschenen mw. [A] en mr. [B] . Namens Sargasso c.s. is het verzoek mondeling toegelicht. De pleitaantekeningen van mr. Woertman maken deel uit van de stukken.

2.De beoordeling van het verzoekde ontvankelijkheid van het verzoek

2.1
Op grond van artikel 37 lid 1 Rv wordt het verzoek tot wraking gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden.
2.2
De wrakingskamer is van oordeel dat Sargasso c.s. hun wrakingsverzoek niet tijdig hebben gedaan. Daartoe wordt het volgende overwogen.
Zoals mr. Woertman ter zitting heeft bevestigd, zijn de uitlatingen van mr. De Hek die aan het wrakingsverzoek ten grondslag zijn gelegd gedaan op de comparitie van partijen op woensdag 21 juni 2017, in aanwezigheid van mr. Woertman en vertegenwoordigers van Sargasso c.s. Door mr. Woertman is op 21 juni 2017 echter niet meegedeeld - ook niet na een korte schorsing van de comparitie van partijen - dat Sargasso c.s. daarin aanleiding tot wraking zagen. Ook in de periode tussen 21 juni 2017 en 30 juni 2017 is door mr. Woertman geen schriftelijk verzoek tot wraking ingediend, terwijl gebleken is dat hij in het telefonisch overleg met mr. [B] op woensdag 28 juni 2017 wel over een mogelijk wrakingsverzoek heeft gesproken naar aanleiding van het overleg dat hij een of twee dagen eerder (op de maandag of de dinsdag) met Sargasso c.s. had gehad. Ook in dat gesprek is de mogelijkheid tot de indiening van een wrakingsverzoek besproken. Pas toen bleek dat er tussen partijen geen schikking tot stand kwam, is - zo heeft mr. Woertman opgemerkt - alsnog besloten op de (voortgezette) comparitie op 30 juni 2017 tot wraking over te gaan. Deze gang van zaken dwingt tot de conclusie dat het verzoek niet is gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan Sargasso c.s. bekend zijn geworden, nu niet is gesteld of gebleken van bezwaren die eraan in de weg stonden dat het verzoek (schriftelijk) voorafgaand aan de zitting van 30 juni 2017 werd gedaan. Dit brengt met zich dat het verzoek van Sargasso c.s. tot wraking niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
2.3
Ten overvloede overweegt de wrakingskamer dat in de stukken en het verhandelde ter zitting ook overigens geen aanknopingspunten zijn gevonden voor het standpunt van Sargasso c.s. dat sprake is (geweest) van vooringenomenheid dan wel de objectief gerechtvaardigde vrees daartoe van (één van) de raadsheren jegens Sargasso c.s.

3.De beslissing

Het gerechtshof (wrakingskamer):
verklaart het wrakingsverzoek van Sargasso c.s. niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. A. van Dongen, mr. L.T. Wemes en mr. M.W. Zandbergen, leden van de wrakingskamer, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 1 augustus 2017.