Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
of omstreeks03 juni 2014 te Borculo, gemeente Berkelland,
en/of door bedreiging met geweld en/of met één of meer feitelijkheden, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , door zijn penis en/of één of meer van zijn vingers in haar vagina te brengen,
en/of die bedreiging met geweld en/of die één of meer feitelijkhedenhierin dat verdachte
/of
/of
/of
/of
(meermalen
)voorbij is gegaan aan de verbale en
/ofnon-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] ,
/of (aldus
)voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
verkrachting.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
368 (driehonderdachtenzestig) dagen.
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 2.154,51 (tweeduizend honderdvierenvijftig euro en eenenvijftig cent) bestaande uit € 404,51 (vierhonderdvier euro en eenenvijftig cent) materiële schade en € 1.750,00 (duizend zevenhonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 2.154,51 (tweeduizend honderdvierenvijftig euro en eenenvijftig cent) bestaande uit € 404,51 (vierhonderdvier euro en eenenvijftig cent) materiële schade en € 1.750,00 (duizend zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
31 (eenendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.