ECLI:NL:GHARL:2017:6481

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 juli 2017
Publicatiedatum
27 juli 2017
Zaaknummer
21-002353-16
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor het voorhanden hebben van grote hoeveelheid illegaal vuurwerk; recidive

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte, geboren in 1964 en woonachtig in Arnhem, was eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte had op 15 december 2015 in Arnhem, samen met anderen, professioneel vuurwerk voor particulier gebruik voorhanden gehad. Dit vuurwerk was opgeslagen in een container op een bedrijfsterrein zonder de nodige veiligheidsmaatregelen. De verdachte heeft zich tijdens de procedure op zijn zwijgrecht beroepen, maar het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De verklaringen van medeverdachten werden als betrouwbaar beschouwd en ondersteunden elkaar. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 16 maanden, rekening houdend met zijn strafblad en de ernst van de feiten. De beslissing is genomen op basis van de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de economische delicten.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002353-16
Uitspraak d.d.: 26 juli 2017
TEGENSPRAAK
Promis

Verkort arrest van de economische kamer

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische kamer van de rechtbank Overijssel van 18 april 2016 met parketnummer 08-994545-15 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1964] ,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 12 juli 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. S.F.W. van 't Hullenaar, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 15 december 2015, in de gemeente Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 162 lawinevuurpijlen (merk Zink 001), althans een aantal lawinevuurpijlen (merk Zink 001) (zie proces-verbaal, map 1, blz 289) en/of
- 24 cobra's (artikel Super Cobra 6), althans een aantal cobra's (artikel Super Cobra 6) (zie proces-verbaal, map 1, blz 291) en/of
- 1000 vlinders (merk Butterfly cracker), althans een aantal vlinders (Butterfly cracker) (zie proces-verbaal, map 1, blz 290) en/of
- 2 flowerbeds (artikel TXB869), althans een aantal flowerbeds (artikel TXB869) (zie proces-verbaal, map 1, blz 292) en/of
- 1 flowerbed (artikel TXB653) (zie proces-verbaal, map 1, blz 293) en/of
- 1 flowerbed (artikel TXB654 Spider King) (zie proces-verbaal, map 1, blz 294) en/of
- 1 flowerbed (artikel 15460 / US 2014) (zie proces-verbaal, map 1, blz 295) en/of
- 1 flowerbed (artikel TXB910) (zie proces-verbaal, map 1, blz 296) en/of
- 3 flowerbeds (artikel TXB870), althans een aantal flowerbeds (artikel TXB870) (zie proces-verbaal, map 1, blz 297) en/of
- 72 stuks shells (artikel 0008 Small festival balls), althans een aantal shells (artikel 0008 Small festival balls) (zie proces-verbaal, map 1, blz 298) en/of
- 1 flowerbed (artikel TXB868) (zie proces-verbaal, map 1, blz 299) en/of
- 1 flowerbed (artikel 286 S Cake) (zie proces-verbaal, map 1, blz 300),
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of voorhanden heeft gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De verdediging heeft ter terechtzitting van het hof vrijspraak bepleit. Daartoe heeft de raadsman – kort gezegd - aangevoerd dat niet met voldoende mate van betrouwbaarheid bewezen kan worden dat verdachte het vuurwerk dat in de container lag voorhanden heeft gehad. De verklaringen van [medeverdachte 1] zijn niet betrouwbaar, omdat het geen verklaringen op grond van eigen waarneming zijn. Daarnaast zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] medeverdachten en hebben zij er belang bij om verdachte te belasten.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daartoe in het bijzonder het volgende. [medeverdachte 1] heeft onder meer verklaard dat zijn vader hem vertelde dat [voornaam verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) een container op het terrein ging plaatsen. [voornaam verdachte] wilde daar vuurwerk in opslaan. [medeverdachte 1] heeft [voornaam verdachte] en zijn vader gevraagd of hij daar geen problemen mee zou krijgen, maar ze zeiden van niet. Een week of anderhalf nadat zijn vader dit gezegd heeft is de container geplaatst. [medeverdachte 1] heeft verder verklaard dat hij voor 15 december 2015 een keer of vier samen met [voornaam verdachte] naar Duitsland is geweest om vuurwerk op te halen. Bij het lossen van het vuurwerk waren alleen hij en [voornaam verdachte] aanwezig. [voornaam verdachte] had hem die keren gevraagd om mee te rijden.
[medeverdachte 2] heeft onder meer verklaard dat [voornaam verdachte] hem vertelde over vuurwerk dat verderop lag en dat hij dichterbij wilde hebben. Hij vroeg toen of hij de container op het terrein mocht plaatsen. De container is gekocht met de bedoeling vuurwerk op te slaan.
Het hof heeft geen reden om aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] te twijfelen. Zij belasten in hun verklaringen ook zichzelf en de verklaringen ondersteunen elkaar over en weer. Daarnaast vindt de verklaring van [medeverdachte 1] ook steun in de overige bewijsmiddelen. Zo heeft hij verklaard over de manier waarop hij en [voornaam verdachte] het vuurwerk in Duitsland haalden. Daarbij heeft hij onder meer verklaard hoe hij achter [voornaam verdachte] aan reed en dat zij bij de Burger King van auto wisselden. Het hof overweegt dat deze verklaring ondersteund wordt door een afgetapt gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , dat plaatsvond op 9 december 2015.
Gelet op het bovenstaande is het hof van oordeel dat verdachte medeverantwoordelijk was voor het plaatsen van de container. Op 15 december 2015 is verdachte aangehouden toen hij vuurwerk, dat hij uit Duitsland had gehaald, uit de auto in de container aan het laden was. In de periode daarvoor heeft hij meerdere keren vuurwerk uit Duitsland gehaald en dit in de container opgeslagen. Verdachte heeft zich gedurende de gehele procedure beroepen op zijn zwijgrecht. Daarmee heeft hij geen verklaring gegeven voor de situatie waarin hij is aangetroffen. Dit alles, in onderling verband en samenhang bezien, in aanmerking genomen is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het vuurwerk samen met een ander voorhanden heeft gehad.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks15 december 2015, in de gemeente Arnhem,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
(een
)ander
(en), opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 162 lawinevuurpijlen (merk Zink 001),
althans een aantal lawinevuurpijlen (merk Zink 001) (zie proces-verbaal, map 1, blz 289)en
/of
- 24 cobra's (artikel Super Cobra 6),
althans een aantal cobra's (artikel Super Cobra 6) (zie proces-verbaal, map 1, blz 291)en
/of
- 1000 vlinders (merk Butterfly cracker),
althans een aantal vlinders (Butterfly cracker) (zie proces-verbaal, map 1, blz 290)en
/of
- 2 flowerbeds (artikel TXB869),
althans een aantal flowerbeds (artikel TXB869) (zie proces-verbaal, map 1, blz 292)en
/of
- 1 flowerbed (artikel TXB653)
(zie proces-verbaal, map 1, blz 293)en
/of
- 1 flowerbed (artikel TXB654 Spider King)
(zie proces-verbaal, map 1, blz 294)en
/of
- 1 flowerbed (artikel 15460 / US 2014)
(zie proces-verbaal, map 1, blz 295)en
/of
- 1 flowerbed (artikel TXB910)
(zie proces-verbaal, map 1, blz 296)en
/of
- 3 flowerbeds (artikel TXB870),
althans een aantal flowerbeds (artikel TXB870) (zie proces-verbaal, map 1, blz 297)en
/of
- 72 stuks shells (artikel 0008 Small festival balls),
althans een aantal shells (artikel 0008 Small festival balls) (zie proces-verbaal, map 1, blz 298)en
/of
- 1 flowerbed (artikel TXB868)
(zie proces-verbaal, map 1, blz 299)en
/of
- 1 flowerbed (artikel 286 S Cake)
(zie proces-verbaal, map 1, blz 300),
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/ofvoorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van het opzettelijk overtreden van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsman van verdachte heeft verzocht om onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest en, eventueel gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf op te leggen. Verdachte heeft een vast contract en werkt 40 uur per week. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou betekenen dat verdachte zijn vaste dienstbetrekking verliest.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf leiden- dat verdachte een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk voorhanden heeft gehad. Het vuurwerk was opgeslagen in een container op een bedrijfsterrein, zonder dat daarvoor de nodige veiligheidsmaatregelen waren getroffen. Verdachte heeft zich daarbij niets aangetrokken van de veiligheidsrisico’s die dit met zich mee bracht. Door zijn handelen heeft hij niet alleen zichzelf maar ook andere personen en goederen en in gevaar gebracht. Daarnaast is ook het afsteken van illegaal vuurwerk één van de oorzaken van brandschade, vernielingen en ongelukken waarbij slachtoffers ernstig letsel oplopen.
Bij de strafoplegging betrekt het hof ook het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat hij al meerdere keren is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Het hof is van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheid dat verdachte al eerder is veroordeeld ter zake van vuurwerkdelicten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zonder meer op zijn plaats is. Alles afwegende is het hof van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden passend en geboden is.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit en artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. A. van Waarden, voorzitter,
mr. J.A.W. Lensing en mr. L.E.M. Hendriks, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. T. Faber, griffier,
en op 26 juli 2017 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.A.W. Lensing en mr. L.E.M. Hendriks zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 26 juli 2017.
Tegenwoordig:
mr. M.L.H.E. Roessingh-Bakels, voorzitter,
mr. E.C.A.M. Langenhorst, advocaat-generaal,
J.R.M. Roetgerink, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.