ECLI:NL:GHARL:2017:6462

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 juli 2017
Publicatiedatum
26 juli 2017
Zaaknummer
200.082.536/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van Private Daytrading B.V. en bestuurdersaansprakelijkheid van [appellant3] voor schade door risicovolle beleggingen en verduistering

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van Private Daytrading B.V. en haar bestuurder [appellant3] voor schade die is ontstaan door risicovolle beleggingen en vermeende verduistering van gelden. De zaak betreft een geschil tussen Private Daytrading B.V. en haar bestuurders aan de ene kant, en [geïntimeerden] c.s. aan de andere kant, die schadevergoeding vorderen wegens wanprestatie en onrechtmatige daad. Het hof heeft vastgesteld dat Private Daytrading B.V. tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de tussen partijen gesloten overeenkomsten van 18 juni 2008 en 22 september 2008. De schade die [geïntimeerden] c.s. hebben geleden, is vastgesteld op € 309.000,-, waarvoor [appellant3] als bestuurder hoofdelijk aansprakelijk is. Daarnaast is vastgesteld dat Private Daytrading B.V. onrechtmatig heeft gehandeld door gelden van [geïntimeerden] c.s. te verduisteren. De schade als gevolg van deze verduistering is vastgesteld op € 227.516,-. Het hof heeft de vorderingen van [geïntimeerden] c.s. toegewezen, met rente en kosten, en de kosten van de deskundigen aan de aansprakelijke partijen opgelegd. Het hof heeft ook de opheffing van gelegde beslagen bevolen en de proceskosten gecompenseerd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.082.536/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 76959/HA ZA 09-956)
arrest van 25 juli 2017
in de zaak van

1.Private Daytrading B.V.,

gevestigd te Norg,
hierna:
Private Daytrading,

2. Van Bommel Beheer B.V.,

gevestigd te Norg,
hierna:
Van Bommel Beheer,

3. [appellant3] ,

wonende te [A] ,
hierna:
[appellant3],

4. [appellante4] ,

wonende te [A] ,
hierna:
[appellante4],
appellanten,
in eerste aanleg: eisers in conventie en verweerders in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen:
Private Daytrading c.s.,
advocaat: mr. M.J. Meijer, kantoorhoudend te Haarlem,
tegen

1.[geïntimeerde1] ,

wonende te [A] ,
hierna:
[geïntimeerde1],
2. [geïntimeerde2] ,
wonende te [A] ,
hierna:
[geïntimeerde2],
geïntimeerden,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen:
[geïntimeerden] c.s.,
advocaat: thans mr. M. Walvius, kantoorhoudend te Hoogeveen.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 15 maart 2016 hier over.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Na het genoemde tussenarrest heeft op 20 juli 2016 dr.ir. J.G. Braker een deskundigenbericht uitgebracht en op 22 december 2016 heeft mr. drs. Prins RA een brief met bijlagen aan het hof gezonden. Vervolgens heeft [geïntimeerden] c.s. op 7 februari 2017 een memorie na deskundigenbericht en Private Daytrading c.s. een antwoordakte na deskundigenbericht genomen. Op 22 februari 2017 heeft Private Daytrading c.s. een antwoordakte nota deskundigenbericht genomen. Op 7 maart respectievelijk 21 maart 2017 hebben [geïntimeerden] c.s. en Private Daytrading c.s. opnieuw een memorie c.q. akte genomen, waarna beide weer aanvullend hebben gefourneerd. Vervolgens is andermaal arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling

Door Private Daytrading gevorderde transactiekosten (€ 21.252,26, althans € 21.441,03 met nevenvorderingen)
2.1
Het hof handhaaft het oordeel dat Private Daytrading niet in het opgedragen bewijs is geslaagd en dat deze vordering dient te worden afgewezen.
De vordering ter zake van de door [appellant3] afgestane BMW X5 op naam van Van Bommel Beheer(€
44.150,- met nevenvorderingen)
2.2
Het hof handhaaft zijn oordeel dat ook deze vordering strandt.
De vordering ter zake van de door [appellant3] afgestane BMWZ3
op naam van [appellante4](€
9.950,- en € 845,- met nevenvorderingen)
2.3
Het hof handhaaft het oordeel dat deze vordering [appellante4] voor toewijzing gereed ligt.
De vordering ter zake van de door [appellante4] afgestane sieraden(€
8.300,-)
2.4
Het hof handhaaft het oordeel dat deze vordering van [appellante4] voor toewijzing gereed ligt.
De schadevorderingen van [geïntimeerden] c.s. op [appellant3] , [appellante4] en Private Daytrading (wanprestatie; bestuurdersaansprakelijkheid)
2.5
Het hof handhaaft het oordeel dat Private Daytrading, en niet [appellant3] of [appellante4] , partij is bij (een van) de drie overeenkomsten. De vorderingen tegen [appellant3] en [appellante4] moet daarom worden afgewezen voor zover die zijn gebaseerd op de gestelde tekortkomingen.
2.6
Ten aanzien van Private Daytrading handhaaft het hof zijn oordeel dat deze partij is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomsten van 18 juni 2008 en 22 september 2008 (de tweede en derde overeenkomst), dat deze partij in verzuim verkeert en dat zij aansprakelijk is voor de uit de toerekenbare tekortkoming voortvloeiende schade. Ook handhaaft het hof zijn oordeel dat [appellant3] op grond van bestuurdersaansprakelijkheid persoonlijk voor deze schade aansprakelijk is.
2.7
Omdat het hof niet op grond van de stukken tot een schadeberekening in staat was, heeft het H. Braker als deskundige benoemd teneinde schriftelijk bericht uit te brengen over het verschil tussen het gegeven dat het belegde vermogen is verloren gegaan en de hypothetische situatie bij het wegdenken van de gemaakte fouten.
2.8
In een uitvoerig gemotiveerd rapport heeft deze deskundige geconcludeerd dat in de hypothetische situatie dat de fouten worden weggedacht, het door [geïntimeerden] c.s. ingelegde vermogen van in totaal € 1.345.000,- zich per begin 15 oktober 2009 zou hebben ontwikkeld tot de som van 16 maandelijkse uitkeringen van ieder € 6.000,-, in totaal € 96.000,-, en belegd vermogen van afgerond € 354.000,-. De totale waarde van deze twee componenten bedraagt volgens de deskundige € 450.000,-, waarvan in de vorm van maandelijkse uitkeringen plus incidentele uitkeringen al afgerond € 141.000,- aan [geïntimeerden] c.s. is uitbetaald. Dit betekent dat nog € 309.000,- aan hen verschuldigd is per waardedatum 15 oktober 2009. Bij dit alles is de deskundige uitgegaan van de historische waarden van de op de Amsterdamse effectenbeurs verhandelde koersindices op basis van een hypothetische 'benchmarkportefeuille' die is samengesteld uit een universum van in totaal 75 aandelen (99,1% AEX, 0,7% AMX en 0,2% AScX) alsmede - beredeneerd - van 20 transacties per dag en dagelijkse belegging van het gehele vermogen op intradagbasis. Er wordt verder vanuit gegaan dat geen dividenden zijn ontvangen, omdat volgens contract alle aandelen aan het einde van iedere handelsdag moesten worden verkocht.
2.9
De deskundige tekent wel aan dat deze berekening is gebaseerd op de in alle onderdelen voor [geïntimeerden] c.s. zeer ongunstige situatie dat (i) de aandelenmarkten over de beschouwde periode ruim 32% zijn gedaald, (ii) op intradagbasis, dat wil zeggen wanneer aan het einde van de dag alle aandelen zouden zijn verkocht, de aandelenmarkten nog sterker zijn gedaald, namelijk ruim 46%, (iii) Private Daytrading op bruto basis de intradagmarkt volgde en daarmee ook een duidelijk negatief bruto rendement van ruim 46% negatief behaalde, (iv) door het grote aantal transacties en de daaraan verbonden transactiekosten van in totaal € 378.000,- Private Daytrading op netto basis sterk achterbleef bij de markt, en (v) door het intradagkarakter van de beleggingen geen dividend werd ontvangen, terwijl een aandelenportefeuille die voor een langere periode zou zijn aangehouden ook dividenden (in de orde van 4%) zou hebben opgeleverd. Deze constateringen zijn voor het hof geen aanleiding om van de algemene berekening af te wijken, nu deze ongunstige omstandigheden deels in de overeenkomst besloten lagen en deels niet beïnvloedbaar of voorspelbaar waren.
2.1
[geïntimeerden] c.s. onderschrijven de bevindingen van Braker en verzoeken het hof die integraal over te nemen.
2.11
De van de zijde van Private Daytrading c.s. gemaakte (tegen)berekeningen heeft de deskundige verworpen, onder meer omdat daarin de tweede en derde storting door [geïntimeerden] c.s. van € 250.000,- en € 395.000,- niet worden meegenomen in de portefeuille, de maandelijkse uitbetalingen aan [geïntimeerden] c.s. niet worden onttrokken uit de portefeuille en de transactiekosten uitgaan van de extreme en wat de deskundige betreft ondenkbare situatie, dat de gehele portefeuille telkens in één enkel aandeel wordt gestoken.
2.12
Het hof is van oordeel dat de bezwaren van Private Daytrading c.s. tegen de door de deskundige gemaakte berekeningen en de door hem gehanteerde uitgangspunten hiermee in afdoende mate zijn bestreden, neemt deze over en maakt ze tot de zijne. Ook andere bezwaren van die zijde heeft de deskundige gewogen en deugdelijk beargumenteerd weerlegd.
2.13
De conclusie moet luiden dat de door Private Daytrading gepleegde wanprestatie bij de uitvoering van de tweede en derde overeenkomst op peildatum 15 oktober 2009 heeft geresulteerd in een naar rato te bepalen schade van (250.000 + 395.000/700.000 + 250.000 + 395.000) x 309.000 = € 148.182,-. Tot dat bedrag dient de vordering van [geïntimeerden] c.s. tegen Private Daytrading te worden toegewezen, te vermeerderen met rente en kosten - waaronder de kosten van de deskundige Braker, die het hof bij beschikking van 30 augustus 2016 heeft bepaald op € 9.952,25 inclusief BTW. Het hof volstaat ter toelichting met verwijzing naar rechtsoverwegingen 2.3.1 en 2.3.4 in het arrest van 27 januari 2015.
2.14
[appellant3] is aansprakelijk voor de volledige schade van € 309.000,- met rente en kosten.
2.15
Het voorgaande betekent dat de zaak niet naar de schadestaat zal worden verwezen.
De schadevordering van [geïntimeerden] c.s. op [appellant3] en Private Daytrading wegens verduistering (onrechtmatige daad; bestuurdersaansprakelijkheid)
2.16
In eerste aanleg hebben [geïntimeerden] c.s. gevorderd dat de rechtbank Private Daytrading c.s. op grond van de door hen gepleegde onrechtmatige daden aansprakelijk houdt en voor recht verklaart dat zij onrechtmatig hebben gehandeld, met hoofdelijke veroordeling tot vergoeding van schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Deze vordering was mede gebaseerd op de gestelde verduistering van gelden. De rechtbank heeft deze vorderingen beoordeeld en afgedaan op grond van contractuele aansprakelijkheid en heeft bij haar beoordeling tot uitgangspunt genomen dat niet is komen vast te staan dat Private Daytrading met het daarvoor door [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] beschikbaar gestelde geld überhaupt enige transactie op de beurs heeft gedaan en dat Private Daytrading aldus is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Ook [appellant3] is daarvoor naar het oordeel van de rechtbank aansprakelijk. Aan een afzonderlijke beoordeling van de gestelde verduistering is de rechtbank om die reden niet toegekomen. De devolutieve werking van het hoger beroep kan echter meebrengen dat het hof daar wel over zal moet oordelen.
2.17
Zoals het hof al heeft overwogen, is voorshands komen vast te staan dat [geïntimeerden] c.s. schade hebben geleden doordat zowel [appellant3] persoonlijk als Private Daytrading op verschillende tijdstippen in de periode van 1 mei 2008 tot en met 2 november 2009 opzettelijk gelden van [geïntimeerde1] hebben verduisterd. Het ging er daarbij om dat zij gelden die toebehoorden aan [geïntimeerde1] en die hij op een beleggingsrekening had gestort, telkens wederrechtelijk zich hebben toegeëigend door die bedragen voor eigen gebruik tot zich te nemen. Toewijzing van dergelijke schade kan pas aan de orde komen indien en voor zover het totaal van deze verduisteringen de schade overstijgt die door de hiervoor behandelde wanprestatie c.q. bestuurdersaansprakelijkheid al is geleden. Bij de berekening van die laatste schadepost is immers uitgegaan van de (hypothetische) situatie dat het gehele door [geïntimeerden] c.s. ter beschikking gestelde bedrag is aangewend voor het doen van beleggingen. Slechts wanneer meer is verduisterd dan het bedrag dat bij de beleggingen verwijtbaar verloren is gegaan, kan in aanvulling op de toewijzing van die beleggingsschade op de gestelde verduistering een schadevordering worden gebaseerd. De beleggingsschade zal immers worden toegewezen. Om de in dit verband noodzakelijke berekeningen te kunnen maken, heeft het hof de heer B.M. Prins (PWC) als deskundige benoemd, teneinde schriftelijk bericht uit te brengen over de vraag in hoeverre gelden op privérekeningen van Van Bommel c.s. zijn gestort en of (in hoeverre) die gelden (toch) ten behoeve van [geïntimeerden] c.s. zijn belegd.
2.18
Deze deskundige heeft echter laten weten dat het hem niet mogelijk is gebleken om inzage te verkrijgen in het verloop van de gestorte gelden door [geïntimeerden] c.s. door middel van gedane banktransacties en deze zelfstandig nader te analyseren, omdat de daarvoor noodzakelijke brondocumentatie niet kon worden aangeleverd. Het gaat daarbij specifiek om de bankmutaties 2008 en 2009 van de beleggingsrekeningen [00000] (beleggingsrekening [00000] ) en [00001] (beleggingsrekening [00001] ) van Alex bank, alsmede de bankmutaties 2008 en 2009 van bankrekeningen die voorkomen als tegenrekening als gevolg van een onttrekking van en/of storting (overboekingen) op de beleggingsrekeningen [00000] en [00001] - een en ander in elektronische vorm. Meer in het bijzonder ging de belangstelling van de deskundige uit naar (i) een externe overboeking van € - 115.000,- d.d. 24 oktober 2008 met transactienummer 43648602 van beleggingsrekening [00000] ; (ii) een interne overboeking van € - 85.000,- d.d. 6 november 2008 met transactienummer 43930831 van beleggingsrekening [00000] ; (iii) een interne overboeking van € 200.000,- d.d. 6 november 2008 met transactienummer 43935381 van beleggingsrekening [00000] ; (iv) een externe overboeking van € 125.000,- d.d. 4 maart 2009 met transactienummer 45976715 van beleggingsrekening [00000] en (v) een externe overboeking van € -10.000,- d.d. 10 september 2008 met transactienummer 42519061 van beleggingsrekening [00001] . Ook is vergeefs gevraagd naar eventuele beleggingstransacties op deze (tegen)rekeningen als gevolg van deze overboekingen.
2.19
De wel beschikbare documentatie maakt het volgens de deskundige niet mogelijk om een zelfstandig onderzoek uit te voeren teneinde de onderzoeksvragen te beantwoorden. De deskundige heeft de originele bankgegevens niet aangetroffen in het procesdossier. Ook de gegevens van de financiële recherche heeft de deskundige niet ontvangen.
2.2
Nu het hiervoor onder 2.16 en verder bedoelde tegenbewijs niet is geleverd, moet de conclusie zijn dat zowel Van Bommel als Private Daytrading tegenover [geïntimeerden] c.s. aansprakelijk is voor schade ten belope van de op privérekeningen van Van Bommel c.s. gestorte bedragen.
2.21
Het hof volgt bij de berekening van deze schade de bevindingen van verbalisant [B] in zijn proces-verbaal van 18 januari 2011 (productie 1 bij memorie van antwoord), nu [geïntimeerden] c.s. zich kennelijk op dat rapport wensen te baseren (memorie van antwoord onder 9 en 21) en ook Private Daytrading c.s. in de loop van dit geschil het belang van de bevindingen van deze verbalisant hebben benadrukt. [B] concludeert dat uit het beschikbare overzicht valt af te leiden dat per saldo € 227.516,- (206.122 + 61.394 - 40.000) is overgemaakt van de rekeningen van Private Daytrading BV naar rekeningen op naam van [appellant3] , [appellante4] en Van Bommel Beheer BV. Private Daytrading en [appellant3] zijn er (ook) niet in geslaagd tegenbewijs te leveren van de voorshands aannemelijke stelling dat dit bedrag onrechtmatig van de tegoeden van [geïntimeerden] c.s. is onttrokken.
2.22
De aldus vast te stellen schade als gevolg van verduistering van gelden van € 227.516,- overstijgt enerzijds wel de beleggingsschade van € 148.182,- waarvoor Private Daytrading aansprakelijk is, anderzijds niet de hiervoor behandelde schade van € 309.000,- ( [appellant3] ). Er bestaat daarom ook in hoger beroep slechts reden voor toewijzing van dit bedrag van € 227.516,- ten aanzien van Private Daytrading. Bij de gevorderde verklaring van recht omtrent de onrechtmatigheid van de verduistering hebben [geïntimeerden] c.s. dientengevolge wat [appellant3] aangaat geen procedureel belang.
2.23
De kosten van deskundige Prins heeft het hof bij beschikking van 11 april 2017 bepaald op € 10.194,25. Omdat het onrechtmatige handelen van Private Daytrading en [appellant3] deze kosten hebben veroorzaakt, zullen die partijen die kosten hebben te dragen.
De vordering van Van Bommel c.s. tot opheffing van door [geïntimeerden] c.s. gelegde beslagen; beslagkosten van door [appellante4] gelegd beslag
2.24
Slechts voor zover ten laste van [appellante4] beslagen zijn gelegd, dienen die te worden opgeheven. De mogelijkheid van schade als gevolg van die beslaglegging is niet aannemelijk gemaakt. Daarop strandt de desbetreffende vordering.
2.25
Overeenkomstig onderdeel 23 van de dagvaarding van (onder meer) [appellante4] zullen de gevorderde en toe te wijzen kosten van het door haar zelf gelegde beslag worden gesteld op € 483,-.
De vordering van [geïntimeerden] c.s. tot opheffing van door Private Daytrading c.s. gelegde beslagen; beslagkosten van door [geïntimeerden] c.s. gelegd beslag
2.26
Overeenkomstig de vordering van [geïntimeerden] c.s. zullen de door Private Daytrading en Van Bommel Beheer ten laste van hen gelegde beslagen moeten worden opgeheven. De gevorderde dwangsommen zullen worden beperkt en gemaximeerd. Voor zover de vordering tot veroordeling in de beslagkosten van [geïntimeerden] c.s. is toegewezen, staat die beslissing niet afzonderlijk ter discussie. Deze beslissing blijft daarom in stand.

3.De slotsom

3.1
De grieven slagen deels. Het hof zal uit praktische overwegingen het bestreden vonnis van 6 oktober 2010 geheel vernietigen en opnieuw recht doen.
3.2
De vordering [appellante4] zal worden toegewezen tot een totaal van € 19.578,- (9.950+ 845 + 8.300 + 483), te vermeerderen met wettelijke rente als gevorderd. Gelet op de wijze waarop partijen ten aanzien van de vorderingen van Private Daytrading c.s. (in zaaknummer 76959 in conventie en in zaaknummer 78629 in reconventie) over en weer in het (on)gelijk worden gesteld, zullen de kosten in die procedure worden gecompenseerd.
3.3
Ten aanzien van de vorderingen van [geïntimeerden] c.s. zal worden beslist als na te melden. De wettelijke rente over de schade zal worden toegewezen vanaf 26 mei 2008, nu over de desbetreffende beslissing van de rechtbank niet afzonderlijk is geklaagd. Voor die procedure (in zaaknummer 78629 in conventie en zaaknummer 76959 in reconventie) geldt, dat [appellant3] en Private Daytrading als de overwegend in het ongelijk gestelde partijen de proceskosten zullen hebben te dragen, uitgaande van tariefgroep VI.
3.4
Ook in hoger beroep zullen [appellant3] en Private Daytrading als de overwegend in het ongelijk gestelde partijen met de proceskosten worden belast.
3.5
Private Daytrading c.s. hebben gevorderd dat [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] worden veroordeeld tot terugbetaling van al hetgeen zij zullen hebben ontvangen op grond van het uitvoerbaar verklaarde en vernietigde vonnis. Die vordering is echter te ongespecificeerd om voor toewijzing in aanmerking te komen.
3.6
De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van [geïntimeerden] c.s. in zaaknummer 78629 in conventie en in zaaknummer 76959 in reconventie zullen met betrekking tot de vorderingen van die partij worden vastgesteld op:
- explootkosten € -
- griffierecht € 470,-
subtotaal verschotten € -
- salaris advocaat
€ 10.000,-(5 punten x tarief VI)
Totaal € 10.470,-
3.7
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van [geïntimeerden] c.s. zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten € -
- griffierecht € 1.475,-
- kosten deskundigenberichten
€ 20.146,50
subtotaal verschotten € -
- salaris advocaat
€ 29.367,-(9 punten tarief VI)
Totaal € 50.988,50
3.8
Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
1. vernietigt het vonnis van de rechtbank Assen van 6 oktober 2010 en doet opnieuw recht:
In de oorspronkelijke conventie en reconventie in de zaken met nummers 76959 respectievelijk 78629
- Ten aanzien van de vorderingen van Private Daytrading c.s.
Veroordeelt [geïntimeerde1] tot betaling aan [appellante4] van € 19.578,-, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 30 september 2009;
gelast de opheffing van het door [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] ten laste van [appellante4] gelegde beslag;
wijst af het meer of anders gevorderde;
compenseert de proceskosten aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
In de oorspronkelijke conventie en reconventie in de zaken met nummers 78629 respectievelijk 76959
- Ten aanzien van de vorderingen van [geïntimeerden] c.s.

verklaart voor recht dat Private Daytrading toerekenbaar is tekortgeschoten bij de uitvoering van de op 18 juni 2008 en 22 september 2008 tussen haar en [geïntimeerden] c.s. gesloten contracten, als gevolg waarvan zij aansprakelijk is voor de schade die [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] ten gevolge daarvan hebben geleden;

verklaart voor recht dat [appellant3] als bestuurder van Private Daytrading aansprakelijk is voor de schade die een gevolg is van het hieronder omschreven handelen van Private Daytrading;
veroordeelt [appellant3] tot betaling aan [geïntimeerden] c.s. van € 309.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2008;
verstaat dat deze veroordeling tot een bedrag van € 227.516,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2008 een hoofdelijke schuld betreft;
verklaart voor recht dat Private Daytrading onrechtmatig heeft gehandeld jegens [geïntimeerden] c.s.;
veroordeelt en Private Daytrading naast [appellant3] hoofdelijk tot betaling aan [geïntimeerden] c.s. van€ 227.516,-
, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2008;
beveelt Private Daytrading en Van Bommel Beheer alle ten laste van [geïntimeerden] c.s. gelegde beslagen op te heffen en door te halen, uiterlijk 14 dagen na de dagtekening van dit arrest, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag dan wel dagdeel dat geen gehoor wordt gegeven aan dit bevel, met een maximum van € 20.000,-;
veroordeelt [appellant3] tot betaling aan [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] van de kosten die samenhangen met het beslag dat zij hebben gelegd op de woning van [appellant3] , gelegen aan [de a-straat] 4 te [A] ;
bepaalt dat [appellant3] de wettelijke rente over deze kosten verschuldigd wordt wanneer deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest zijn betaald;
veroordeelt [appellant3] en Private Daytrading hoofdelijk in de proceskosten, tot aan de bestreden uitspraak aan de zijde van [geïntimeerden] c.s. wat betreft de eerste aanleg vastgesteld op € 470,- voor verschotten en op € 10.000,-voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
bepaalt dat de wettelijke rente over dit bedrag verschuldigd wordt wanneer dit niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest is betaald;
verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin uitgesproken veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen anders of meer is gevorderd.
2. veroordeelt [appellant3] en Private Daytrading in de kosten van dit hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerden] c.s. tot aan deze uitspraak begroot op € 1.475,- voor verschotten en op € 29.367,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
3. verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mr. M.W. Zandbergen, mr. K.M. Makkinga en mr. I. Tubben en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
dinsdag 25 juli 2017.