Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
behoefte van de kinderenzou volgens de huidige richtlijnen uitgegaan worden van het netto besteedbaar gezinsinkomen ten tijde van de samenleving, inclusief het kindgebonden budget waarop ten tijde van de samenleving aanspraak werd gemaakt. Op basis daarvan zou de behoefte van de kinderen ingevolge de NIBUD-tabellen worden vastgesteld. Tussen partijen is niet in geschil dat hun netto besteedbaar gezinsinkomen in 2013 € 5.350,- per maand bedroeg en dat zij geen aanspraak konden maken op een kindgebonden budget. Ten tijde van het uiteengaan van partijen waren [de minderjarige1] , [de minderjarige2] en [de minderjarige3] 11, 10 en 7 jaar oud (6 punten). De kosten van kinderen van die leeftijd bedroegen bij een netto gezinsinkomen van € 5.000,- of meer op basis van de NIBUD-tabel 2013-2 in totaal € 1.495,- per maand. Ingevolge de wettelijke indexering is dat € 1.508,46 in 2014 en € 1.520,53 in 2015. Het hof stelt vast dat partijen wat betreft de behoefte van de kinderen in het ouderschapsplan niet wezenlijk zijn afgeweken van de wettelijke maatstaven.
draagkracht. Vergelijking van ieders uiteindelijke draagkracht leidt in het geval van de man, rekening houdend met het te verzilveren deel van de toepasselijke zorgkorting, tot een fors lagere bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige1] , [de minderjarige2] en [de minderjarige3] (€ 144,-/€ 145,- per maand) dan die partijen eerder (nader) zijn overeengekomen (€ 400,- per maand). Het hof neemt daarbij in aanmerking dat niet gesteld of gebleken is van substantiële wijzigingen in de respectieve inkomsten van partijen ten opzichte van de periode (eind 2013) waarin het ouderschapsplan tot stand is gekomen. Het hof is op grond van het vorenstaande van oordeel dat met betrekking tot de bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen hier sprake is van een duidelijke wanverhouding.