Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 19 juni 2013 tot en met 20 juni 2013 te [plaats 1] (in een ruimte deel uitmakende van een winkelpand gelegen aldaar aan de [adres] ) en/of de provincie Friesland, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft/hebben beroofd, immers heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of (een of meer) van zijn mededader(s) met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg,
dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) in of omstreeks de periode van 19 juni 2013 tot en met 20 juni 2013 te [plaats 1] (in een ruimte deel uitmakende van een winkelpand gelegen aldaar aan de [adres] ) en/of de provincie Friesland, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft/hebben beroofd, immers heeft/hebben en/of is/zijn die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg,
dat hij in of omstreeks de periode van 19 juni 2013 tot en met 20 juni 2013 te [plaats 1] (in een ruimte deel uitmakende van een winkelpand gelegen aldaar aan de [adres] ) en/of in de provincie Friesland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een persoon genaamd [slachtoffer] , opzettelijk en met voorbedachte rade zwaar lichamelijk letsel (onder meer een aantal gebroken ribben en/of bloeduitstortingen op het hoofd en/of in de halsspieren en/of in de buik en/of rond de nieren en/of in de slijmvliezen en/of elders in het lichaam en/of beschadiging van een long en/of letsel aan de neus en/of zwelling van het neusslijmvlies), heeft toegebracht, door opzettelijk
dat [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of een of meer ander(en) in of omstreeks de periode van 19 juni 2013 tot en met 20 juni 2013 te [plaats 1] (in een ruimte deel uitmakende van een winkelpand gelegen aldaar aan aan de [adres] ) en/of in de provincie Friesland, althans in Nederland, een persoon genaamd [slachtoffer] , opzettelijk en met voorbedachte rade zwaar lichamelijk letsel (onder meer een aantal gebroken ribben en/of bloeduitstortingen op het hoofd en/of in de halsspieren en/of in de buik en/of rond de nieren en/of in de slijmvliezen en/of elders in het lichaam en/of beschadiging van een long en/of letsel aan de neus en/of zwelling van het neusslijmvlies), heeft toegebracht, door opzettelijk
hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2013 tot en met 22 juni 2013 te [plaats 2] en/of elders in Nederland en/of België, nadat er in of omstreeks de periode van 19 juni 2013 tot en met 20 juni 2013 te [plaats 1] , het misdrijf was gepleegd van moord, althans doodslag, althans zware mishandeling de dood ten gevolge hebbende, althans nadat er enig misdrijf was gepleegd, met het oogmerk om dat misdrijf te bedekken of de nasporing of vervolging daarvan te beletten of te bemoeilijken, een of meer voorwerpen waarop of waarmede dat misdrijf was gepleegd of andere sporen van dat misdrijf heeft vernietigd en/of weggemaakt en/of verborgen en/of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie onttrokken, immers heeft verdachte de personenauto waarmee het stoffelijk overschot van [slachtoffer] was vervoerd van [plaats 1] naar Friesland, meegenomen naar [plaats 2] en/of vervolgens achtergelaten in België.
Bewijsoverwegingen met betrekking tot feit 1
Bij de vraag of sprake is van voorbedachte raad gaat het bij uitstek om een weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval, waarbij de rechter het gewicht moet bepalen van de aanwijzingen die voor of tegen het bewezen verklaren van voorbedachte raad pleiten. De vaststelling dat de dader voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing, maar aan contra-indicaties kan een zwaarder gewicht worden toegekend.
Het hof is dan ook van oordeel dat er met voorbedachte raad is gehandeld en dat er een moord is gepleegd.
Bewezenverklaring
dat [medeverdachte 2] en een of meer ander(en) in de periode van 19 juni 2013 tot en met 20 juni 2013 te [plaats 1] (in een ruimte deel uitmakende van een winkelpand gelegen aldaar aan de [adres] ), opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven hebben beroofd, immers hebben die [medeverdachte 2] en een of meer ander(en) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
hij in de periode van 20 juni 2013 tot en met 22 juni 2013 te [plaats 2] en elders in Nederland en in België, nadat er op 19 juni 2013 te [plaats 1] , het misdrijf was gepleegd van moord, met het oogmerk om de nasporing of vervolging daarvan te beletten of te bemoeilijken, sporen van dat misdrijf heeft verborgen en aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie onttrokken, immers heeft verdachte de personenauto waarmee het stoffelijk overschot van [slachtoffer] was vervoerd van [plaats 1] naar Friesland, meegenomen naar [plaats 2] en vervolgens achtergelaten in België.
Overweging ten overvloede
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
(€ 20.000,--) zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
(€ 20.000,--) zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 8.419,12 (achtduizend vierhonderdnegentien euro en twaalf cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn medeverdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor een bedrag van € 309,12 en voor de overige bedrag alleen aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de medeverdachte aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, verdachte daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 8.419,12 (achtduizend vierhonderdnegentien euro en twaalf cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
77 (zevenenzeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 150,00 (honderdvijftig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 150,00 (honderdvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
3 (drie) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
€ 1.762,12 (duizend zevenhonderdtweeënzestig euro en twaalf cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.762,12 (duizend zevenhonderdtweeënzestig euro en twaalf cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
27 (zevenentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.