Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: de vrouw,
1.[belanghebbende1] ,
[belanghebbende2],
[belanghebbende3],
[belanghebbende4],
[belanghebbende5],
[de informant1],
2.[de informant2] ,
[de informant3],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de benoeming van een curator voor betrokkene, geboren in 1941, die lijdt aan Alzheimer. De verzoekster, de echtgenote van betrokkene, had in eerste aanleg verzocht om ondercuratelestelling van haar echtgenoot en om haarzelf als curator te benoemen. De kantonrechter had echter Stichting [B] tot curator benoemd, wat de vrouw in hoger beroep aanvecht. Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld, waarbij het de positie van de dochter van de vrouw en een informant heeft onderzocht. Het hof concludeert dat de huidige zorgstructuur niet geschikt is voor een professionele curator en dat de vrouw, ondanks haar kwetsbaarheid, goed in staat is om de zorg voor haar echtgenoot te coördineren. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de vrouw benoemd tot curator, met ingang van de dag na de uitspraak. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en de curator van betrokkene is ontslagen.