ECLI:NL:GHARL:2017:5708

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 juli 2017
Publicatiedatum
5 juli 2017
Zaaknummer
WAHV 200.177.785t
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep na overlijden van betrokkene en voortzetting door erfgenamen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de gemachtigde van een betrokkene die is overleden. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 5 juli 2017 een tussenarrest gewezen waarin het hof zich moet buigen over de vraag of de gemachtigde gemachtigd is om namens de overleden betrokkene hoger beroep in te stellen. De kantonrechter had eerder het beroep van de betrokkene tegen een beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om vergoeding van kosten afgewezen.

Het hof overweegt dat, volgens artikel 72 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, een volmacht eindigt door de dood van de volmachtgever. Dit roept de vraag op of de erfgenamen van de overledene de procedure kunnen voortzetten. Het hof stelt vast dat het persoonlijke karakter van de inleidende beschikking niet verhindert dat de procedure wordt voortgezet door de erfgenamen, mits zij een belang hebben.

De gemachtigde wordt in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na dagtekening van het arrest een machtiging over te leggen, waaruit blijkt dat hij door de erfgenamen is gemachtigd om namens hen de procedure in hoger beroep te voeren. Indien dit verzuim niet binnen de gegeven termijn wordt hersteld, kan het hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

WAHV 200.177.785
5 juli 2017
CJIB 158140309
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Tussenarrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant
van 31 augustus 2015
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
hoger beroep ingesteld door [gemachtigde],
kantoorhoudende te [kantoorplaats].

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing niet-ontvankelijk verklaard. Voorts heeft de kantonrechter het verzoek van de betrokkene tot vergoeding van kosten afgewezen.
Het procesverloop
[gemachtigde] heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. Tevens is verzocht om vergoeding van kosten.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
[gemachtigde] heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de nadere toelichting op het beroep. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Uit de stukken van het geding blijkt dat de betrokkene voor het instellen van hoger beroep is overleden. Het hof ziet zich voor de vraag gesteld of [gemachtigde] gemachtigd is om namens de overleden betrokkene hoger beroep in te stellen. Hiertoe wordt gewezen op artikel 72 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel houdt - voor zover van belang - onder meer in dat een volmacht eindigt door de dood van de volmachtgever.
2. Over de vraag of en door wie de onderhavige procedure in hoger beroep mag worden gevoerd, overweegt het hof dat naar burgerlijk recht de erfgenamen van de overledene, de erflater, opvolgen in diens positie. Uit jurisprudentie van het hof blijkt dat het persoonlijke karakter van de inleidende beschikking niet verhindert dat de door de betrokkene in gang gezette procedure wordt voortgezet door de erfgenamen indien en voor zover zij daarbij een belang hebben.
3. Gelet op het vorenstaande zal het hof - onder aanhouding van iedere verdere beslissing - [gemachtigde] in de gelegenheid stellen een machtiging over te leggen, waaruit blijkt dat hij door de erfgenamen van de betrokkene is gemachtigd om namens hen de procedure in hoger beroep te voeren. Indien dit verzuim niet binnen de gegeven termijn wordt hersteld, kan het hoger beroep om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard.

Beslissing

Het gerechtshof:
stelt [gemachtigde] in de gelegenheid om binnen een termijn van vier weken na dagtekening van dit arrest een machtiging van de erfgenamen van de betrokkene als vorenbedoeld over te leggen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Stoop als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.