ECLI:NL:GHARL:2017:5708
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- A. Stoop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep na overlijden van betrokkene en voortzetting door erfgenamen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de gemachtigde van een betrokkene die is overleden. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 5 juli 2017 een tussenarrest gewezen waarin het hof zich moet buigen over de vraag of de gemachtigde gemachtigd is om namens de overleden betrokkene hoger beroep in te stellen. De kantonrechter had eerder het beroep van de betrokkene tegen een beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om vergoeding van kosten afgewezen.
Het hof overweegt dat, volgens artikel 72 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, een volmacht eindigt door de dood van de volmachtgever. Dit roept de vraag op of de erfgenamen van de overledene de procedure kunnen voortzetten. Het hof stelt vast dat het persoonlijke karakter van de inleidende beschikking niet verhindert dat de procedure wordt voortgezet door de erfgenamen, mits zij een belang hebben.
De gemachtigde wordt in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na dagtekening van het arrest een machtiging over te leggen, waaruit blijkt dat hij door de erfgenamen is gemachtigd om namens hen de procedure in hoger beroep te voeren. Indien dit verzuim niet binnen de gegeven termijn wordt hersteld, kan het hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.