Beklaagde heeft in raadkamer verklaard dat hij niet meer exact weet hoe zijn diensten eruit zagen voorafgaand aan de aanhouding van klager. Beklaagde denkt dat hij rond 4:00 uur is opgestaan en weet nog dat hij de dag voor de aanhouding van klager ook dienst had.
Beklaagde heeft verklaard dat hij een coördinerende rol had tijdens de aanhouding van klager. De voertuigprocedure is een standaard ingetrainde procedure waar mee wordt gewerkt. Indien van de standaard procedure wordt afgeweken, dan worden daar onderling afspraken over gemaakt. Hij heeft verklaard dat het in zijn visie een belangrijk gegeven was dat de auto bewoog, omdat hij mede om die reden een vuurlijn heeft aangelegd, alsmede omdat hij eerder bij de auto was dan zijn collega aan de linkerzijde, te weten B232.
Het militaire lid van de Beklagkamer heeft beklaagde in raadkamer onder andere voorgehouden dat de sectiecommandant, B185, heeft verklaard dat beklaagde hem te kennen had gegeven dat hij had mis gegrepen bij het openen van het portier. Beklaagde heeft in raadkamer verklaard dat hij bij zijn verklaring blijft die hij rechtstreeks heeft afgelegd als getuige en dat hij zich niet kan herinneren dat hij heeft mis gegrepen.
Beklaagde heeft verklaard dat hij kwam aanlopen en zag dat de auto nog in beweging was, dat hij door liep, naar de deurklink greep, de deur open heeft getrokken en in een vloeiende beweging zijn vuurwapen heeft getrokken. Beklaagde heeft verklaard dat hij als eerste zijn wapen heeft getrokken, omdat hij als eerste bij het voertuig was.
Beklaagde heeft verklaard dat hij erop getraind is dat hij zijn vinger op de slede heeft. Beklaagde heeft verklaard dat zijn vinger waarschijnlijk bij de trekker heeft gezeten, maar dat het giswerk blijft waar het fout is gegaan. Beklaagde heeft verklaard dat hij schrok van het schot en pas merkte dat hij een schot had gelost door de terugslag van zijn wapen, het inslaan van de kogel en de reactie van klager.
Met betrekking tot het aanleggen van de vuurlijn heeft beklaagde als volgt verklaard. Bij deze procedures gaat het erom dat personen van het arrestatieteam zo snel mogelijk controle hebben over de verdachte op dat moment. De leden proberen zo veel mogelijk de risico’s uit te sluiten, maar risico’s zijn soms onvermijdelijk. Als teamlid van een arrestatie heeft men een bepaalde verantwoordelijkheid en hierbinnen valt ook dat je zelf kunt bepalen wanneer je een vuurlijn aanlegt. Beklaagde heeft de vuurlijn aangelegd, omdat hij als eerste bij de auto van klager was en er toen nog geen controle over klager was. De auto bewoog naar achteren en het was niet duidelijk wat klager achter het stuur deed. Beklaagde kon niet verklaren dat het voertuig naar achteren reed, maar hij zag wel dat de auto naar achteren bewoog.
Beklaagde gaf aan dat het hem nog nooit eerder is overkomen dat hij een onbedoeld schot heeft gelost. Hij heeft in raadkamer nogmaals aangegeven dat hij geen reden had om te schieten. Hij is door collega’s er nog nooit op gewezen dat hij zijn vinger verkeerd had zitten tijdens een procedure of een oefening. Hij heeft verklaard dat hij door onderhavig incident bewuster van zijn handelen is geworden.