Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Utrecht(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de fiscale eenheid [X] B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had eerder een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd aan belanghebbende over het tijdvak van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2011, waarbij een bedrag van € 517.935 was vastgesteld. De Inspecteur had de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd, maar had deze later ambtshalve verminderd. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraken van de Inspecteur, maar handhaafde de naheffingsaanslag en heffingsrente overeenkomstig de ambtshalve vermindering.
In hoger beroep is de vraag aan de orde of de combinatieverpakking van een inhalator met een voorzetkamer, die Ventolin bevat, onder het verlaagde omzetbelastingtarief valt. De Inspecteur was van mening dat het algemene tarief van 19% van toepassing was, terwijl belanghebbende het verlaagde tarief van 6% had toegepast. Het Hof oordeelt dat de combinatieverpakking als geneesmiddel moet worden aangemerkt volgens de Geneesmiddelenwet, en dat het verlaagde tarief van toepassing is. Het Hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank, verklaart het beroep gegrond en vernietigt de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente. Tevens wordt de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan belanghebbende.