Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
hij op of omstreeks 6 januari 2015 te [plaats] , in de gemeente [plaats] , opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals(e) of vervalst(e) (Bulgaars) rijbewijs - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, voornoemd rijbewijs heeft getoond aan een of meer wachtmeesters van de KMAR ten behoeve van het vaststellen van verdachtes identiteit en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
Bewezenverklaring
hij op 6 januari 2015 te [plaats] , in de gemeente [plaats] , opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vervalst Bulgaars rijbewijs - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, voornoemd rijbewijs heeft getoond aan een wachtmeester van de KMAR ten behoeve van het vaststellen van verdachtes identiteit en bestaande die vervalsing hierin dat
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
specialisvan artikel 225 Sr., met in de kamerstukken opgenomen als reden onder meer dat andere wettelijk erkende identiteitsbewijzen dezelfde strafrechtelijke bescherming genieten als reisdocumenten. Immers “Niet alleen reisdocumenten, maar ook andere identiteitsbewijzen die bij of krachtens artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht zijn aangewezen, hebben al lang niet meer louter de functie waarvoor ze in het leven geroepen zijn, ( … ), maar vervullen in het maatschappelijk verkeer ook de functie van een identificatiemiddel” (Kamerstukken II 2011/2012, 33 352, nr. 3, p. 3 ev.). Eén en ander maakt dat artikel 231 Sr ten laste dient te worden gelegd in geval van verdenking van fraude met reisdocumenten en identiteitsbewijzen anders dan reisdocumenten, tenzij sprake is van valsheid met niet erkende identiteitsbewijzen, zijnde identiteitsbewijzen die vallen buiten het bepaalde in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. In dergelijke gevallen blijft
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.