Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[Q],
CB Bewind,
OFW,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.2. De vaststaande feiten
“(…)Al langere tijd ondervinden ondergetekende bewoners ernstige overlast, veroorzaakt door de Dhr. [Q] , bewoner van [adres 1]
“(…)Vijf buurtbewoners geven aan geluidsoverlast van de heer [Q] te ervaren. Dit zijn
“(…)Ik zelf woon nu hier 18 jaar en het is al 18 jaar ellende. Iedere keer komt hij er met een
“(…)Eerlijk gezegd is het de afgelopen periode meegevallen met de overlast. Een periode van betrekkelijke rust zou je kunnen zeggen. Echter, ruim week, sinds de verhuizing van zijn directe buren (?), komt het regelmatig voor dat er (zeer) luide muziek uit de achtertuin van de man komt. De geluidsoverlast is dusdanig dat het binnenshuis het "normaal" ingesteld volume van de TV en een normaal gespreks geluid/niveau overstemd. Dit ervaar ik als zeer storend. De overlast vind zowel in de middag als in de avonduren plaats. Zelfs nu op zondag avond tegen 23.00 uur.
“(…)Als het goed is heb ik u een maand of wat geleden gesproken inzake [Q] van [adres 1] - en zijn geluidsoverlast.
“(…)De eerste meldingen geluidsoverlast dateren uit 1999.In dit rapport ga ik terug naar 2010.Dit zijn meldingen die bij de politie zijn binnengekomen waarbij de politie daadwerkelijk ter plaatse is geweest. (…)
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
CB Bewind is daarop toegelaten tot het leveren van tegenbewijs.
In het eindvonnis van 8 juli 2015 heeft de kantonrechter geoordeeld dat CB Bewind niet is geslaagd in het leveren van het tegenbewijs en zijn de vorderingen van OFW toegewezen, waarbij de ontruimingstermijn is bepaald op twee weken na de betekening van het vonnis.
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
Op grond van artikel 7:213 BW is de huurder verplicht zich ten aanzien van het gebruik van de gehuurde zaak als een goed huurder te gedragen. Dit betekent niet alleen dat hij voor de zaak zelf goed heeft te zorgen, maar ook dat hij zich zodanig gedraagt dat aan derden die zich in de omgeving van het gehuurde bevinden geen overlast wordt bezorgd. Een dergelijke tekortkoming van de huurder kan, na afweging van alle omstandigheden van het geval, tot ontbinding van de huurovereenkomst leiden.
In het bijzonder valt op dat CB Bewind geen verklaringen heeft overgelegd van omwonenden die de klachten weerspreken en dat zij evenmin heeft aangeboden om omwonenden daarover nog als getuigen te horen.
CB Bewind heeft in hoger beroep geen aanbod gedaan om nog nader tegenbewijs te leveren.
5.De slotsom
€ 1.788,-(2 punten x tarief II)