Uitspraak
[appellante],
SOG,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De (internationale) bevoegdheid en het toepasselijk recht
6.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief Ivan [appellante] .
“will take over all outstanding obligations”. Dit wijst naar het oordeel van het hof eerder op schuldovername (waarbij geen akte is vereist) dan op een contractsovername. Voor zover in de stellingen van [appellante] besloten ligt dat er sprake is geweest van een contractsovergang in de vorm van een driepartijenovereenkomst, is deze stelling onvoldoende onderbouwd. Ten slotte dient ook de stelling van [appellante] dat zij met SOG een overeenkomst heeft gesloten onder dezelfde voorwaarden en bepalingen als zij met Babyfood Solutions was overeengekomen op basis van de offerte d.d. 5 januari 2007, als onvoldoende onderbouwd te worden verworpen. Het hof is weliswaar van oordeel dat vaststaat dat tussen [appellante] en SOG een mondelinge overeenkomst tot stand is gekomen doch SOG heeft uitdrukkelijk betwist – bij gebrek aan wetenschap – dat de inhoud van die mondelinge overeenkomst gelijk zou zijn aan de inhoud van de tussen [appellante] en Babyfood Solutions gesloten overeenkomst. Partijen verschillen dan ook van mening over het antwoord op de vraag of de inhoud van die overeenkomst gelijk is aan die van de overeenkomst welke bestond tussen [appellante] en Babyfood. [appellante] heeft zijn stelling dat sprake is van een gelijkluidende overeenkomst niet geconcretiseerd. Het enkele feit dat de bij Babyfood Solutions betrokken personen, [A] en [B] , ook betrokken zijn bij SOG is (zelfs als zij wetenschap zouden hebben van het bestaan van de algemene voorwaarden) onvoldoende om aan te nemen dat de tussen [appellante] en SOG gesloten overeenkomst onder dezelfde voorwaarden en bepalingen tot stand is gekomen als de met Babyfood Solutions gesloten overeenkomst. Daartoe zijn bijkomende omstandigheden vereist, die niet zijn gesteld. Van een overgang van rechten en plichten is derhalve geen sprake.
grief II. Hierin betoogt [appellante] dat sprake is van een nadere overeenkomst waarbij de algemene voorwaarden van [appellante] overeen zijn gekomen.
7.De slotsom
€ 894,-(1 punt x tarief II € 894)