Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Familiefonds,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
2.[geïntimeerde2] ,
[geïntimeerde2],
1.Het geding in eerste instantie
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
verklaart hierbij, in samenhang met de eventuele beëindiging van de tussen de heer [geïntimeerde1] en [C] bestaande huurovereenkomst(...),
dat zij in geval van een ontruiming van het gehuurde door de heer [geïntimeerde1] ook harerzijds het gehuurde zal verlaten en ontruimen(...)"
overgeschreven op naam van [C] .
Indien de totale schuld wel is voldaan wordt deze auto terug overgeschreven op naam van [geïntimeerde1].
Is het nou niet voor ons allebei voordelig dat we een afspraak maken dat wij ook na 1 januari a.s. nog even in het huis blijven, onder de voorwaarde dat [geïntimeerde2](hof: [geïntimeerde2] )
de huur betaalt, ik de uitzettingtitel blijf bevestigen en met nieuwe huurders in onderling overleg wordt afgesproken, wanneer ze het huis kunnen betrekken. Jij hebt dan geen leegstand en lop je geen huur mis, wij hebben nog even iets meer tijd afspraken te maken voor ons nieuwe huurhuis en de achterstand te voldoen. (...)"
Ik ben berijd om nog voorlopig eenmalig de huurperiode te verlengen, met dien verstaande dat je de huur voor deze periode vooruit betaald naar het rekeningnummer van mijn moeder. Dus mocht je nog 2 maanden willen blijven dien je voor 31-12-11 € 5000,00 te betalen. Indien je 3 maanden zou willen blijven € 7500,00 etc. De uitzettingstitel blijft ook door jouw bevestigd. (...)"
We hebben lang zitten dubben, maar nemen met genoegen je voorstel aan om een nieuwe huurovereenkomst af te sluiten, zodat ook jij duidelijkheid verkrijgt, en bespreken graag de nadere details met je.(...)"
Voor wat betreft de huurprijs het volgende. (...)
Euro 2.350 per maand is accoord en we zorgen ervoor dat het voor 1 juni 2012 op de rekening van de Stichting(hof: Familiefonds)
staat. Voor wat betreft de waarborgsom is het zo dat we die ad Euro 4.500 al betaald hebben vermeerderd met Euro 775,00 voor een nieuwe wasautomaat die kapot is gegaan en die we voor jou/het huis nieuw hebben aangeschaft. Tezamen is dat een bedrag van Euro 5.275. De waarborgsom gaat niet over achterstanden, maar over een buffer i.v.m. mogelijk reparaties etc bij de beeindiging van een huurperiode. Een waarborgsom van 4 huurtermijnen is niet marktconform en niet redelijk. (...)"
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
Grief Ibestrijdt het oordeel van de kantonrechter dat niet gebleken is dat [geïntimeerde2] partij is (geworden) bij de huurovereenkomst. Volgens
grief IIheeft de kantonrechter ten onrechte geoordeeld dat de vordering terzake van achterstallige huur alleen tegen [geïntimeerde1] toewijsbaar is en is de vordering tegen [geïntimeerde2] afgewezen.
Grief IIIbestrijdt de afwijzing door de kantonrechter van de vordering van Familiefonds tot veroordeling van [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] in de beslagkosten. Met
grief IVbetoogt Familiefonds dat de kantonrechter ten onrechte alleen [geïntimeerde1] in de proceskosten heeft veroordeeld.
grieven I en II, die zich lenen voor een gezamenlijke behandeling, heeft Familiefonds (samengevat) het volgende aangevoerd. [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] bewonen de woning vanaf 2008 gezamenlijk. [geïntimeerde2] heeft zich ten opzichte van de verhuurder (eerst [B] , later Familiefonds) van aanvang af steeds als mede-huurder opgesteld, hetgeen door Familiefonds en haar rechtsvoorgangster als zodanig is geaccepteerd. Dat blijkt volgens Familiefonds onder meer uit de door [geïntimeerde2] op 5 oktober 2010 ondertekende verklaring dat zij de woning zou verlaten indien de huurovereenkomst tussen [B] en [geïntimeerde1] zou worden beëindigd. Familiefonds stelt dat [geïntimeerde2] partij is bij een nieuwe huurovereenkomst die in het voorjaar van 2012 tot stand is gekomen tussen Familiefonds enerzijds en [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] anderzijds. Ter onderbouwing hiervan stelt Familiefonds dat [B] zich in 2011 zag genoodzaakt [geïntimeerde1] in rechte te betrekken vanwege huurachterstand. Die procedure is op 22 september 2011 geëindigd met een vaststellingsovereenkomst waarin is vastgelegd dat de huurovereenkomst tussen [B] en [geïntimeerde1] eindigde per 31 oktober 2011 en dat [geïntimeerde1] de woning per die datum leeg zou opleveren. Omdat [B] per 31 oktober 2011 nog geen nieuwe huurder had gevonden en [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] nog geen nieuwe woning, zijn partijen overeengekomen dat [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] nog even in de woning mochten blijven, maar onder de voorwaarde dat [geïntimeerde1] de ontruimingstitel van [B] zou bevestigen en dat [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] de woning zouden verlaten zodra er een nieuwe huurder gevonden was. Dit was volgens Familiefonds een voorstel van [geïntimeerde1] , gedaan bij e-mail van 4 december 2011 (hiervoor aangehaald in r.o. 3.8). Het voorstel is namens [B] door [C] aanvaard per e-mail van 5 december 2011 (r.o. 3.9). Vervolgens hebben er in het voorjaar van 2012 onderhandelingen plaatsgevonden tussen [C] namens Familiefonds enerzijds en [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] anderzijds. [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] hebben ingestemd met het voorstel om een nieuwe huurovereenkomst aan te gaan, hetgeen volgens Familiefonds blijkt uit een e-mail van [geïntimeerde1] van 21 mei 2012 (r.o. 3.10). In deze mail, alsmede in de e-mail van 28 mei 2012 (r.o. 3.11), spreekt [geïntimeerde1] over "wij", daarmee refererend aan hemzelf en [geïntimeerde2] , aldus nog steeds Familiefonds. Vervolgens hebben partijen de voorwaarden van de nieuwe huurovereenkomst besproken. Familiefonds heeft een maandhuur van € 2.350,- voorgesteld met een waarborgsom ter hoogte van twee maanden huur. Daarmee wilden [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] niet akkoord gaan - zo blijkt volgens Familiefonds uit de e-mail van 28 mei 2012 - omdat Familiefonds reeds beschikte over een waarborgsom ter hoogte van twee maanden huur die [geïntimeerde1] had voldaan in het kader van de huurovereenkomst uit 2008. Na enige discussie hebben partijen overeenstemming bereikt over een nieuwe huur van € 2.500,- per maand, zonder waarborgsom. De maandhuur van € 2.500,- is na het sluiten van de nieuwe huurovereenkomst vrijwel altijd door [geïntimeerde2] voldaan. Ook uit de e-mails die zijn gewisseld in de eerste helft van april 2013, blijkt volgens Familiefonds dat tussen partijen een nieuwe huurovereenkomst tot stand is gekomen. Familiefonds heeft aangeboden om al haar stellingen te bewijzen "door alle middelen rechtens, meer in het bijzonder door het overleggen van nadere schrifelijke bescheiden en door middel van het horen van getuigen, waaronder de heer [C] en [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] ."
grief IIIkomt Familiefonds op tegen de afwijzing door de kantonrechter van de in eerste aanleg gevorderde beslagkosten van (totaal) € 1.427,51. Gebruikmakend van de herstelfunctie van het hoger beroep heeft Familiefonds haar vordering ter zake van de beslagkosten thans onderbouwd door overlegging van de beslagstukken. Behoudens voor zover betrekking hebbend op het onder F. van Lanschot Bankiers N.V. gelegde derdenbeslag (€ 160,78) komen deze kosten voor toewijzing in aanmerking. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt immers dat [geïntimeerde2] niet naast [geïntimeerde1] aansprakelijk is voor de vordering ten titel van achterstallige huur en Familiefonds heeft niet aannemelijk gemaakt dat (ook) [geïntimeerde1] een rechtsverhouding heeft met F. van Lanschot Bankiers N.V. waaruit hij ten tijde van de beslaglegging iets te vorderen heeft. Toewijsbaar is daarom ten laste van [geïntimeerde1] een bedrag van € 1.266,73 aan beslagkosten. Grief III is in zoverre terecht voorgedragen. Voor een aantasting van de in eerste aanleg uitgesproken proceskostenveroordeling ten opzichte van [geïntimeerde2] ziet het hof geen aanleiding, zodat
grief IVfaalt.