Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
27 juni 2017
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Amsterdam,(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
Hof: dit is [A]]. (…) Wij hebben de heer [F] erop gewezen dat de Belastingdienst hem geen anonimiteit kan garanderen. De heer [F] verklaarde dat hij dit ook niet wil. Sterker nog: mevrouw [A] weet dat hij naar de Belastingdienst gaat met deze informatie. Hij heeft dit zelf tegen mevrouw [A] gezegd.
Hof: dit is erflater] maken al jaren gebruik van de chauffeursdiensten en de auto van de heer [F] . Tegen vergoeding rijdt de heer [F] hen of één van hen naar onder meer het buitenland.
Hof: lees] [I] , een plaats bij Antwerpen in België. Gelijktijdig hebben de heer en mevrouw [X + A] ook bankrekeningen aangehouden bij de [b-bank] aan de [d-straat] 3 , [J] .
uiterlijk op 27 december 2011de volgende vragen te beantwoorden en informatie te verstrekken:
.Kort samengevat heeft erflater tijdens dit gesprek het volgende verklaard:
.Kort samengevat houdt die brief het volgende in:
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
27 juni 2017in het openbaar uitgesproken.