2.3Op 17 februari 2011 heeft [G] te [Z] (hierna: [G] ) een verklaring afgelegd op het kantoor van de Belastingdienst/Utrecht-Gooi, kantoor Amersfoort, tegenover de ambtenaren van de Belastingdienst [H] en [I] die de verklaringen van [G] hebben vastgelegd in een ambtsedige verklaring van 13 september 2011. [G] heeft de ambtsedige verklaring, na lezing, voor akkoord getekend. Deze verklaring houdt – onder meer – het volgende in:
“(…)
Hij wil informatie verstrekken over [belanghebbende]. (…) Wij hebben de heer [G] erop gewezen dat de Belastingdienst hem geen anonimiteit kan garanderen. De heer [G] verklaarde dat hij dit ook niet wil. Sterker nog: [belanghebbende] weet dat hij naar de Belastingdienst gaat met deze informatie. Hij heeft dit zelf tegen [belanghebbende] gezegd.
(…)
[Belanghebbende] en haar broer (…) maken al jaren gebruik van de chauffeursdiensten en de auto van de heer [G] . Tegen vergoeding rijdt de heer [G] hen of één van hen naar onder meer het buitenland. De vorige week is de heer [G] samen met [belanghebbende] in Basel (Zwitserland) geweest.
(…)
De volgende dag, vrijdag, arriveerden ze in Basel. De heer [G] kreeg de opdracht naar het adres [b-straat] 1 te rijden, Op dat adres bevindt zich de [UBS]-bank.
[Belanghebbende] is daarop de [UBS]-bank ingegaan; de heer [G] bleef in de auto zitten.
Omtrent hetgeen zich binnen de bank heeft afgespeeld is door [belanghebbende] aan de heer [G] verteld.
De reden van [belanghebbendes] bezoek aan de bank was om het geld van de [UBS]- rekening in contanten op te halen en mee te nemen naar Nederland. De contactpersonen binnen de [UBS]-bank (…) hebben haar dit echter afgeraden.
Zij hebben [belanghebbende] erop geattendeerd dat er maximaal € 10.000 per persoon aan contant geld mag [worden] ingevoerd naar Nederland.
Omdat zij met hun tweeën zijn ([belanghebbende] en de heer [G] ) kan maximaal € 20.000 aan contant geld worden meegenomen.
Aangezien [belanghebbende] € 1.000 contant geld bij zich droeg heeft zij van de rekening € 19.000 opgenomen om te vervoeren naar Nederland. Van dat bedrag heeft [belanghebbende] € 10.000 aan de heer [G] overhandigd met de opdracht het geld bij zich te houden totdat zij de grens zijn gepasseerd. De heer [G] heeft hieraan voldaan.
Als verklaring voor de nauwgezette specificatie met betrekking tot de aankopen, verklaarde de heer [G] dat hij over een zeer goed geheugen beschikt. Hij heeft die informatie gelezen van een papiertje / briefje dat [belanghebbende] bij zich droeg. Bij thuiskomst heeft hij de bedragen overgeschreven op een kladje, (…).
(…)
In totaal was derhalve aanwezig op de Zwitserse rekening (inclusief de contante opname) € 410.000.
(…) De heer [G] bevestigde dat hij op donderdag 10 februari 2011 met [belanghebbende] naar Basel is afgereisd.
Vervolgens verklaarde de heer [G] dat [belanghebbende] ook nog over een rekening beschikt bij een bank in Luxemburg. (…)
(…)
Volgens de heer [G] staat de rekening in Luxemburg op naam van [belanghebbende] en bedraagt het tegoed op die rekening € 184.000.
(…)
Na lezing verklaart de heer [G] dat hetgeen hierboven is vermeld een juiste weergave is van hetgeen op betreffende data is besproken.
In aanvulling daarop verklaarde hij zakelijk weergegeven:
- Dat hij broer en zus (…) al meer dan 40 jaren kent.
(…)
- Dat [zij] tot twee jaren geleden bankierden bij de [a-bank] aan de [c-straat] 9 in [
Hof: lees] [J] , een plaats bij Antwerpen in België. Gelijktijdig hebben [zij] ook bankrekeningen aangehouden bij de [b-bank] aan de [d-straat] 3, [K] .
- De rekeningen in Duitsland en België zijn in 2009 opgeheven. [De broer] heeft zijn geld gemeld bij de Belastingdienst via een offshoremaatschappij. Het gaat om ruim 2 ton.
[Belanghebbende] heeft het geld contant opgenomen en naar Luxemburg gebracht, naar [c-bank] aan de [e-straat] te Luxemburg. Daar heeft zij om en nabij de € 184.000 gebracht. De heer [G] heeft haar gereden naar de betreffende bank. Het geld en de rente komen vrij in 2014. De heer [G] weet dit want hij was er in 2009 bij het gesprek aanwezig tussen [belanghebbende] en de bankbediende van de betreffende bank.
- Met betrekking tot het geld in Basel verklaart de heer [G] het volgende. Dit is hem verteld door [belanghebbende].
De rekening in Zwitserland is al meer dan 10 jaren geleden geopend, het was nog in de guldenstijdperk. Een vriendin heeft haar toen gereden naar Zwitserland om de rekening te openen.
[Belanghebbende] heeft de rekening in Zwitserland geopend op advies van een manlijk bewoner van een van de werkhuizen. [Belanghebbende] en haar vriendin hebben op een camping geslapen, omdat zij [belanghebbende] haar hondjes heeft meegenomen.
[Belanghebbende] heeft toen iets van 400.000 gulden gestort, dit heeft hij gehoord van [de broer].
(…)”