In deze zaak gaat het om een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag en de verdeling van zorg- en opvoedingstaken van de ouders van een minderjarige, hierna aangeduid als [kind]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft in eerste aanleg een voorlopige regeling gekregen waarbij [kind] eenmaal per veertien dagen bij de vader verblijft. De vader is echter niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen. De communicatie tussen de ouders verloopt moeizaam, en de vader komt afspraken niet na, wat negatieve gevolgen heeft voor [kind]. Het hof heeft geconstateerd dat de vader mogelijk hersenletsel heeft opgelopen door eerdere herseninfarcten, wat de situatie compliceert. Het hof heeft besloten om een raadsonderzoek te laten uitvoeren naar het gezag en het contact tussen [kind] en de vader, en heeft het gezag van de vader over [kind] geschorst. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, en het hof heeft de raad verzocht om uiterlijk 1 december 2017 te rapporteren over de situatie. De behandeling van de zaak zal worden voortgezet na ontvangst van dit rapport.