Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van het gezag van de ouders over hun twee minderjarige kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De ouders waren in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, die op 30 november 2016 het ouderlijk gezag had beëindigd en de GI tot voogdes had benoemd. Het hof heeft vastgesteld dat de aanvaardbare termijn voor de ouders om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen weer op zich te nemen, is verstreken. De ouders hebben weliswaar gewerkt aan hun schuldenproblematiek, maar er is geen structurele verbetering in hun woon- en leefsituatie aangetoond. Het hof heeft overwogen dat het belang van de kinderen voorop staat en dat stabiliteit en continuïteit in hun opvoedingssituatie essentieel zijn. De ouders hebben niet aangetoond dat zij in staat zijn om de zorg voor de kinderen op zich te nemen, en de kinderen verblijven inmiddels al meer dan anderhalf jaar bij pleegouders. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de proceskosten gecompenseerd.