ECLI:NL:GHARL:2017:5048

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 juni 2017
Publicatiedatum
14 juni 2017
Zaaknummer
WAHV 200.175.578
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter over administratieve sanctie voor parkeren bij een kruispunt

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 14 juli 2015 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het parkeren bij een kruispunt binnen vijf meter daarvan, een overtreding die zou zijn gepleegd op 6 april 2013 om 16.16 uur op de Kepplerstraat te 's-Gravenhage. De betrokkene stelde dat hij niet geparkeerd stond, maar bezig was met het laden en lossen van een pakketje. Hij voerde aan dat de verbalisant niet had gewacht voordat de bekeuring werd uitgeschreven.

Het hof beoordeelt de zaak aan de hand van de relevante wetgeving, waaronder artikel 24, lid 1, aanhef en onder a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), dat het parkeren bij een kruispunt verbiedt. Het hof stelt vast dat er gedurende vijf minuten geen laad- of losactiviteiten zijn waargenomen, wat betekent dat de betrokkene niet voldeed aan de voorwaarden voor onmiddellijk laden of lossen zoals gedefinieerd in de wet. De ambtsedige verklaring van de verbalisant wordt als voldoende bewijs beschouwd, tenzij de betrokkene specifieke feiten aandraagt die aan de juistheid ervan twijfelen.

Aangezien de betrokkene geen dergelijke feiten heeft aangedragen en het hof geen aanleiding ziet om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, bevestigt het hof de beslissing van de kantonrechter. Het hof concludeert dat de gedraging van de betrokkene inderdaad heeft plaatsgevonden zoals vastgesteld door de verbalisant, en dat de kantonrechter terecht het beroep ongegrond heeft verklaard.

Uitspraak

WAHV 200.175.578
14 juni 2017
CJIB 172740226
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag
van 14 juli 2015
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “parkeren bij een kruispunt binnen vijf meter daarvan”, welke gedraging zou zijn verricht op 6 april 2013 om 16.16 uur op de Kepplerstraat te 's-Gravenhage met het voertuig met het kenteken [kenteken].
2. De betrokkene voert aan dat hij niet geparkeerd stond, maar dat hij aan het laden en lossen was. Hij moest namelijk een pakketje afleveren. Toen de verbalisant aan kwam rijden en zijn bestelauto met knipperlichten zag staan, zei de verbalisant dat de betrokkene hier niet mocht staan en begon meteen met het schrijven van de aankondiging van beschikking. De betrokkene merkt op dat in het algemeen de politie nooit vijf minuten wacht voordat de bekeuring wordt opgelegd.
3. De sanctie die aan de betrokkene is opgelegd, is gebaseerd op artikel 24, lid 1, aanhef en onder a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Deze bepaling luidt:
“De bestuurder mag zijn voertuig niet parkeren:
a. bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan”.
4. Artikel 1 van het RVV 1990 verstaat onder parkeren:
“Het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen.”
5. Onder onmiddellijk laden of lossen van goederen dient te worden verstaan het onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring inladen of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht, gedurende de tijd die daarvoor nodig is (HR 12 mei 1999, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, ECLI:NL:HR:1999:AA2760). Het dient dan te gaan om goederen die niet of bezwaarlijk anders dan per voertuig ter plaatse kunnen worden opgehaald of gebracht (HR 10 juni 1975, LJN:AJ4297).
6. In WAHV-zaken biedt de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de ambtsedige verklaring dan wel indien uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken.
7. Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de ambtsedige verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB onder meer het volgende in:
“Bedoeld voertuig stond op genoemde locatie binnen 5 meter van de kruisende weg: Beeklaan/Kepplerstraat geparkeerd ter hoogte van perceel nr. 240, waardoor het vrije zicht werd belemmerd en het verkeer in gevaar werd gebracht.”
8. Voorts bevat het dossier een aanvullend proces-verbaal van 8 oktober 2014, waarin de verbalisant, voor zover relevant, het volgende verklaart:
"Ter hoogte van de kruising met de Kepplerstraat zag ik een voertuig van het merk Volkswagen met het kenteken: [kenteken], geparkeerd staan binnen 5 meter van een kruisende weg. Ik zag dat het voertuig onbeheerd achtergelaten was en voelde dat het voertuig volledig afgesloten was. Hierop hebben wij 5 minuten gewacht, waarna ik ben begonnen met het uitschrijven van de aankondiging van beschikking. In deze 5 minuten zag ik de betrokkene niet direct laden, dan wel lossen. Vervolgens zag ik de betrokkene aankomen en hoorde ik de betrokkene verklaren dat hij aan de overkant een pakket af had gegeven. De afstand van het voertuig en de locatie waar betrokkene het pakket had af gegeven, betrof ongeveer 10 meter."
9. Het hof ziet in hetgeen de betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant dat het voertuig geparkeerd stond en er geen sprake was van laden en lossen. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat blijkens de aanvullende verklaring van de verbalisant gedurende vijf minuten geen laad- of losactiviteiten zijn waargenomen. Hierop gelet kan niet worden gezegd dat er sprake is van het
bij voortduringinladen of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht. Nu de betrokkene geen voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, noch uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken, is naar de overtuiging van het hof komen vast te staan dat de gedraging is verricht.
10. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is het hof van oordeel dat de kantonrechter het beroep terecht ongegrond heeft verklaard. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter dan ook bevestigen.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Stoop als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.