Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
wonende te [plaatsnaam] ,
in eerste aanleg: verweerster, verzoekster in het tegenverzoek en in de nevenverzoeken,
hierna: [verzoekster] ,
[De Stichting],
gevestigd te [plaatsnaam] ,
in eerste aanleg: verzoekster, verweerster in het tegenverzoek en in de nevenverzoeken,
1.1. Het geding in eerste aanleg
18 mei 2016 die de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht) heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, waaronder de stukken van de eerste aanleg, van [verzoekster] , ingekomen bij de griffie van het gerechtshof Amsterdam op 14 juli 2016;
- de beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 2 augustus 2016, waarin dit hof de zaak in de stand waarin deze zich bevindt, ter verdere behandeling en beslissing heeft verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden;
- het verweerschrift, tevens incidenteel hoger beroep en tevens vermeerdering van verzoek van [De Stichting] met producties;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep met producties van [verzoekster] ;
- een V6 bericht van 24 oktober 2016 van [De Stichting] met productie 38;
voor recht te verklaren dat [De Stichting] geen rechten meer kan ontlenen aan hetgeen in de arbeidsovereenkomst onder artikel 14 is bepaald;
subsidiair:
het beding in de arbeidsovereenkomst opgenomen in artikel 14 te vernietigen, met bepaling dat [verzoekster] gedurende een jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst niet is toegestaan acquisitie te plegen voor de verkoop van in company cursussen [specialisme A] , [specialisme B] en [specialisme D] bij [Medisch Centrum 1] , [Medisch Centrum 2] en [Medisch Centrum 3] , en derhalve wel is toegestaan als zelfstandige dan wel in loondienst [cursussen A] te geven;
meer subsidiair:
aan haar een billijke vergoeding toe te kennen van € 67.890,- bruto, althans een zodanige vergoeding als het hof juist acht en [De Stichting] te veroordelen tot betaling daarvan aan [verzoekster] .
3.De vaststaande feiten
4.De verzoeken in eerste aanleg en de beoordeling daarvan
primair
voor recht te verklaren dat [De Stichting] geen rechten kan ontlenen aan hetgeen in de arbeidsovereenkomst in artikel 14 is bepaald;
subsidiair:
het beding in de arbeidsovereenkomst op genomen in artikel 14 te vernietigen, met bepaling dat [verzoekster] gedurende een jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst niet is toegestaan acquisitie te plegen voor de verkoop van in company cursussen [specialisme A] , [specialisme B] en [specialisme D] bij [Medisch Centrum 1] , [Medisch Centrum 2] en [Medisch Centrum 3] ;