II. ERFSTELLING EN TWEETRAPSMAKING
1.
Eerste trap
Ik benoem tot mijn enige erfgenamen, gezamenlijk en voor gelijke delen, mijn
kinderen onder toepassing van de wettelijke regels van plaatsvervulling en
aanwas, waarbij plaatsvervulling gaat voor aanwas;
voornoemde erfgenamen, hierna tezamen te noemen: “
bezwaarden” en ieder
afzonderlijk “
bezwaarde”.
2.
Tweede trap
a. Ik bepaal dat mijn kinderen tot erfgenaam zijn benoemd onder de hierna
vermelde ontbindende voorwaarde.
b. (…).
c. Ik benoem de kinderen van mijn zoon, de heer [D] , geboren te
[B] op drie juni negentienhonderd éénenveertig, hierna tezamen te
noemen:
verwachterstot erfgenamen onder de bij de ontbindende
voorwaarde aansluitende opschortende voorwaarde, doch uitsluitend van
hetgeen zijn/haar vader als bezwaarde onverteerd heeft gelaten ten tijde van
het in vervulling gaan van de voorwaarde.
(…)
3.
Strekking van de tweetrapsmaking
Al wat de bezwaarde bij het einde van zijn recht van zijn verkrijging nalaat, zal,
binnen het kader van het hierna bepaalde, toekomen aan de hierboven
benoemde verwachters.
4.
Overgang van eerste naar tweede trap
Het recht van de bezwaarde op de verkrijging eindigt door:
a het overlijden van de bezwaarde; of
b faillissement van de bezwaarde; of
c indien de bezwaarde surseance van betaling is verleend; of
d bij het op de bezwaarde van toepassing worden van de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen; of
e indien de bezwaarde hertrouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat,
zonder het maken en handhaven van huwelijkse voorwaarden of
partnerschapsvoorwaarden. Deze voorwaarden dienen in te houden de
uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen zonder toevoeging van
enig verrekenbeding dat leidt of kan leiden tot verrekening van door de
bezwaarde ten huwelijk of partnerschap aangebracht vermogen;
f indien de bezwaarde een samenlevingscontract sluit met daarin een finaal —
verrekenbeding;
g indien de bezwaarde ter voorziening in haar/zijn levensonderhoud aanspraak
maakt op een voorziening van overheidswege waarvoor een vermogenstoets
wordt gehanteerd.
h het doen van afstand bij notariële akte.
In geval het recht eindigt bij het leven van de bezwaarde zijn (slechts)
verwachters degenen die op het moment dat het recht eindigt in leven zijn.
5.
Het vervallen van de tweede trap
Het voorwaardelijke karakter van de verkrijging van de bezwaarde vervalt en de
beschikking ten behoeve van een verwachter vervalt indien:
a. de bezwaarde bij zijn/haar overlijden het bezwaarde vermogen uitsluitend
heeft nagelaten aan zijn/haar afstammelingen;
b. de verwachter het moment van opvolging niet overleeft in de zin van artikel
4:141 van het Burgerlijk Wetboek, zulks met inachtneming van hetgeen
hiervoor met betrekking tot plaatsvervulling is bepaald.
6.
Rechtsverhouding bezwaarde/verwachter
Ten aanzien van deze tweetrapsmaking en de rechtsverhouding tussen de
bezwaarde en de verwachter geldt het volgende:
Onder bezwaarde/verwachter wordt in dit kader begrepen zowel de
bezwaarden/verwachters tezamen als iedere bezwaarde/verwachter afzonderlijk,
tenzij anders aangegeven.
7.
Bevoegdheden bezwaarde
Aan de bezwaarde komen alle bevoegdheden toe die de wet toestaat te verlenen,
in het bijzonder de bevoegdheid tot beheer van en beschikking over het verkregene en tot
(onvoorwaardelijke) vervreemding en/of vertering (intering) van
de aan de tweetrapsmaking onderworpen goederen.
8.
Giften
Het is de bezwaarde niet verboden door gift over de verkrijging te beschikken.
9.
Zekerheid
De bezwaarde hoeft geen zekerheid te stellen voor de nakoming van de
verplichtingen jegens de verwachter.
10.
Beschrijving
De bezwaarde is verplicht zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen een jaar na
mijn overlijden, bij notariële akte een beschrijving op te maken van de verkrijging.
De verwachter heeft het recht op een afschrift van die akte, alsmede op een
afschrift van de successie-aangifte en bijbehorende gegevens.
11.
Gemeenschap van goederen
Indien tot de nalatenschap goederen behoren die in een huwelijksgemeenschap
vallen is de bezwaarde vrij in de verdeling van die gemeenschap waarbij zij
vaststelt welke goederen tot het bezwaarde vermogen behoren.
12.
Administratie
De bezwaarde is verplicht de verkrijging afzonderlijk van zijn overige vermogen te
administreren.
13.
Zaaksvervanging
De goederen die door vervanging of herbelegging in de plaats zijn gekomen van
het verkregene, en de eventuele aangroei en vruchten, worden ook onder de
verkrijging begrepen.
Goederen die door de bezwaarde worden verkregen tegen voldoening van een
tegenprestatie behoren tot het vermogen waaruit meer dan de helft van de
tegenprestatie afkomstig is. Voor zover middelen uit het andere vermogen zijn
aangewend ontstaat ten behoeve van dat andere vermogen een nominale
vergoedingsplicht ter grootte van het gefinancierde bedrag.
14.
Bijzondere privé-clausule bezwaarde
Het door de bezwaarde verkregene valt niet in enige gemeenschap van goederen
(door huwelijk of geregistreerd partnerschap) en kan ook niet onderworpen
worden aan enig verrekenbeding. Bij verval van de tweede trap geldt de
uitsluitingsclausule als onder ‘Uitsluitingsclausule’ opgenomen.
Wat betreft de verwachter geldt de uitsluitingsclausule als onder
‘Uitsluitingsclausule’ opgenomen.
15.
Rekening en verantwoording
Bij het einde van het recht van de bezwaarde rust op hem/haar (casu quo diens
erfgenamen) een rekening- en verantwoordingsplicht.
16.
Aandelen en dergelijke
Indien tot het verkregene aandelen of andere waardepapieren behoren, komen
het stemrecht en de andere zeggenschapsrechten voorzover mogelijk aan de
bezwaarde toe.