Uitspraak
[appellant V.O.F.],
Graaf Kukel,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- een akte van [appellant V.O.F.] ,
- een antwoordakte van Graaf Kukel.
2.De verdere beoordeling
In het principaal appel
Nu [appellant V.O.F.] de appeldagvaarding in de tweede procedure niet (tijdig) heeft aangebracht, is het vonnis van 17 februari 2015 onherroepelijk geworden en in kracht van gewijsde gegaan. Dit brengt mee dat de beslissingen in dat vonnis in de onderhavige procedure bindende kracht, zogenoemd gezag van gewijsde, tussen partijen hebben (artikel 236 Rv).
grieven I tot en met VI in het principaal appeltreffen derhalve geen doel. Bij een (afzonderlijke) behandeling daarvan heeft [appellant V.O.F.] geen belang (meer).
Aangezien de grieven I tot en met VI falen, blijft [appellant V.O.F.] ten aanzien van een substantieel onderdeel van haar vordering in eerste aanleg in het ongelijk gesteld. Er is dan ook naar het oordeel van het hof geen grond aanwezig voor een veroordeling van Graaf Kukel in de kosten van het geding in eerste aanleg in conventie aan de zijde van [appellant V.O.F.] .