Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
- primair dat de man niet gehouden is een bijdrage te leveren in de woonlasten vanaf juni 2013, subsidiair deze bijdrage te verrekenen met een in goede justitie te bepalen gebruiksvergoeding ten laste van de vrouw over dezelfde periode en meer subsidiair deze bijdrage te verrekenen met de overbedeling van de vrouw ter zake de inboedelverdeling;
- de vrouw te veroordelen om aan de man te voldoen een bedrag van € 1.992,55;
- te bepalen dat de eenmanszaak c.q. de fotostudio van de vrouw wordt gewaardeerd op € 10.000,--, althans op een in goede justitie te bepalen bedrag, en de vrouw te veroordelen dit bedrag aan de man te voldoen;
- te bepalen dat de vrouw de belastingaanslagen IB 2012 en 2013 voor eigen rekening en risico dient te voldoen, met bepaling dat het saldo van de spaarrekening van de vrouw met nummer NL10 INGB [00000] volledig aan de vrouw wordt toegedeeld en
5.De motivering van de beslissing
eerste griefvan de man richt zich tegen de door de rechtbank vastgestelde bijdrage van de man in de woonlasten van de vrouw ter hoogte van € 306,92 per maand vanaf juni 2013 tot aan het moment van verkoop en levering van de echtelijke woning. De man verzoekt het hof primair te bepalen dat hij niet gehouden is een bijdrage te leveren in de woonlasten vanaf juni 2013. Subsidiair verzoekt hij de bijdrage in de woonlasten te verrekenen met een in goede justitie te bepalen gebruiksvergoeding ten laste van de vrouw over dezelfde periode. Meer subsidiair verzoekt de man de bijdrage in de woonlasten te verrekenen met de overbedeling van de vrouw ter zake de inboedelverdeling.
€ 675,00+
€ 472,50+
eerste griefvan de vrouw ziet op het door de rechtbank meegenomen saldo van de ING betaalrekening met nummer [00000] (hierna: de ING betaalrekening) ten name van de vrouw.
vierde griefheeft betoogd ziet het hof geen aanleiding om af te wijken van het wettelijk uitgangspunt en te bepalen dat het saldo op de ING betaalrekening volledig aan de vrouw kan worden toegedeeld, evenals de aanslagen IB 2012 en 2013 (tot 22 oktober 2013), met de bepaling dat een eventueel tekort voor rekening en risico van de vrouw dient te blijven. Hetgeen hij daartoe heeft aangevoerd is onvoldoende om aldus te beslissen. Het verzoek van de man daartoe zal het hof afwijzen.
tweede griefvan de vrouw richt zich tegen de beslissing van de rechtbank dat de vóór dan wel op de peildatum opgelegde aanslagen dan wel teruggaven IB 2012 en 2013 bij helfte door partijen dienen te worden voldaan. Zij is van mening dat partijen de aanslagen IB 2012 en 2013 (voor zover betrekking op de periode tot 22 oktober 2013) gezamenlijk dienen te dragen. De beslissing van de rechtbank heeft volgens de vrouw tot gevolg dat de na de peildatum opgelegde aanslagen ziende op de periode vóór de peildatum voor haar rekening komen. Ook de
vierde griefvan de man heeft ten dele op deze beslissing betrekking.
derde griefop het standpunt dat ten aanzien van de door de man in mei 2013 ontvangen vakantiegelduitkering en de jubileumuitkering sprake is van een onttrekking aan de huwelijksgoederengemeenschap, waardoor zij ter zake daarvan een vergoedingsrecht heeft jegens de man. Zij geeft aan dat het de bedoeling was dat partijen met deze uitkeringen de schuld ter zake van de Suzuki Alto ter hoogte van € 5.000,- te voldoen.
derde griefvan de vrouw faalt.
vierde griefkomt de vrouw op tegen de beslissing van de rechtbank dat aan de man de helft van de aan de vrouw uitgekeerde annuleringsverzekering vanwege de vakantie naar Curaçao toekomt. Zij stelt dat het bedrag van € 2.506,- vóór de peildatum op haar ING betaalrekening is gestort. De vrouw dient het saldo op de ING betaalrekening met de man te delen per peildatum, aldus de vrouw. Volgens haar was alleen overeenstemming over de annuleringsverzekering indien uitgegaan zou worden van een saldo op de ING betaalrekening ter hoogte van € 4.222,85. De vrouw is van mening dat het niet zo kan zijn dat ze zowel het volledige saldo op de ING betaalrekening per peildatum met de man dient te delen als de door de vrouw vóór de peildatum ontvangen annuleringsverzekering.
vierde griefvan de vrouw faalt.
tweede griefdat over een aantal posten door de rechtbank geen beslissing is genomen. Hij verzoekt het hof om de vrouw te veroordelen om aan hem een bedrag van € 1.992,55 te voldoen.
derde griefkomt de man op tegen de waardering van de onderneming van de vrouw. De man stelt dat de vrouw als professioneel fotograaf met haar eenmanszaak c.q. fotostudio thans nog steeds actief is en daaruit ('zwarte') inkomsten genereert. De man verzoekt het hof de waarde van de eenmanszaak c.q. de fotostudio van de vrouw te bepalen op een bedrag van € 10.000,-, althans op een in goede justitie te bepalen waarde, en de vrouw te veroordelen - onder toepassing van artikel 3:194 lid 2 BW - dit bedrag aan de man te voldoen.
derde griefvan de man faalt.